Keizersveer
In de Franse Tijd, onder keizer Napoleon, werd tussen 1810 en 1812 de rijksstraatweg van Antwerpen via Brussel en Utrecht naar Amsterdam aangelegd. Deze weg kruiste diverse waterwegen, onder andere ook het Oude Maasje ten noorden van Raamsdonk. Vanaf 1812 werd hier ten dienste van het doorgaande verkeer een veerdienst onderhouden.
Voetgangers werden met een roeiboot overgezet; karren, rijtuigen, dieren met een pont. Tot 1890 was dat een zogenaamde handkabelpont. Dit vaartuig werd door de veerlieden langs een kabel van de ene naar de andere oever getrokken. In de volksmond werd het veer al snel het Keizerspontveer of kortweg het Keizersveer genoemd, een naam die de locatie tot op de dag van vandaag heeft behouden.
De aanleg van de Bergse Maas eind negentiende veranderde de situatie bij het Keizersveer drastisch. Waar voorheen een smal stroompje rustig kabbelde, stroomde nu een rivier van enkele honderden meters breed. Het veer werd aangepast aan die veranderde omstandigheden. Aan beide oevers werd een veerhaven aangelegd. Het grote materieel, de oude handkabelpont, werd in 1890 uit dienst genomen.
De vervanging bestond uit door twee kloeke raderstoomponten, de Keizersveer 1 en de Keizersveer 2. Voor het vervoer van voetgangers bleven drie roeiboten in gebruik. Ook waren er nog twee ijzeren kabelponten die in noodgevallen dienst konden doen. Het veer werd druk gebruikt: in 1893 werden meer dan 32.000 personen, 6.600 wagens, 280 hand- of hondenkarren en zo’n 3.100 dieren overgezet.
De drie overspanningen (zie foto) van de in 1931 geopende brug zijn omstreeks 1978 vervangen door zes overbodig geworden overspanningen van de in 1936 geopende verkeersbrug over het Hollandsch Diep bij Moerdijk, die in die tijd moest worden verbreed.
De oprit van de pont, op de achtergrond de nieuwe brug
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd een tijdelijke brug geslagen, vooral ten behoeve van het leger. Maar ook burgers maakten hier gebruik van. De stoompont lag enkele jaren werkeloos aan de kant. In 1918 werd de brug afgebroken en de veerdienst hervat. Maar niet voor lang.
Na het gemak van een vaste oeververbinding werd de veerpont steeds meer als achterhaald en hinderlijk gezien. Men klaagde over lange wachttijden, stremmingen door extreme weersomstandigheden als ijs, storm en hoog water, blootstelling aan weer en wind.
In 1931 werd de zo vurig gewenste De brug bij Keizersveer geopend en op 31 oktober maakte de stoompont zijn laatste overtocht. Toen de brug tijdens de Tweede Wereldoorlog tot tweemaal toe vernield werd (in 1940 en in 1944), is de veerverbinding telkens voor korte tijd nieuw leven ingeblazen.