Huize Chartoise

Uit Stamboomboek Raamsdonk
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

"Huize Chartroise" .... de periode tot het gemeentehuis.

Toen in 1878 Leonard de Jongh Van Son (zie Raamsdonk en de familie Van Son; l2e periodiek 1994) kinder­loos overleed, kochten mr. Gijsbertus Heere en J. Simonis samen het kasteeltje met omliggende landerijen. Hierbij ging het de heren niet om het gebouw, maar voornamelijk om de grond. Wie waren nu die twee mannen eigenlijk ? Om dit duidelijk te maken moet ik u iets over de exploitatie van de Biesbosch vertellen.  

Tussen 1850 en 1880 waren enkele families in Raamsdonksveer welvarend genoeg om zich daar op toe te leggen. Simon Zijlmans, Franciscus Simonis, Theodorus Heere en Pieter van Laarhoven zijn in deze geslachten de grondleggers van de biezen-, riet-en griend­bedrijven die vooral in Raamsdonksveer voor grote (sociale) veranderingen gezorgd hebben. Al deze werkgelegenheid binnen het eigen dorp was enerzijds gunstig omdat de dagloners niet meer rond hoefden te trekken op zoek naar werk, maar ander­zijds ongunstig omdat te veel mensen afhankelijk werden van te weinig werkgevers.

Werkgevers die, zoals u wel zult begrijpen een hechte groep vormden. Over en weer werd er druk in elkaars families getrouwd.   Bovendien hielden ze zich bezig met een groot sociaal onrecht uit die tijd: gedwongen winkel­nering. Zo had Joannes Zijlmans, een zoon van Simon, een winkel waar de lonen van de arbeiders werden uitbetaald. De arbeidersvrouwen werden verplicht daar hun (vaaktedure) levensmiddelen te betrekken.  

Terug naar de beide kopers van "Chartroise". Johannes Simonis was de zoon van Franciscus winkelier en griendbaas als z'n vader. Het zal u nu duidelijk zijn waarom dit zo'n lucratieve kombinatie was. GijsbertHeere had ook z'n ouders niet gek gekozen. Vader was Theodorus Heere, moeder Theresia Zijlmans, zuster van Simon, hierboven genoemd. Als we het geslacht Heere nog even verder terug in de tijd volgen. komen we bij Gijsbertus Heere, de grootvader van Gijsbert dus. Gijsbertus kocht in 1802 aan de haven van Raams­donksveer een herberg. Ook was hij koopman en veel handel werd in zijn café afgedaan. Hij zat op een prima plekje: aan de haven en aan de nieuwe weg (in 1811 door Napoleon aangelegd) van Breda naar Gorinchem.   Toen hij in 1823 stierf liet hij Theodorus genoeg na om grond in de Biesbosch te kunnen aankopen en daarmee aan de slag te gaan. Hij had overigens nog iets van z' n vader geêrfd: zijn aanleg voor de handel. Deze beide faktoren maakten hem al tot een wel­ gesteld en belangrijk man en toen daar in 1833 nog het huwelijk met Theresia bijkwam kon zijn positie in het dorp niet meer stuk. In 1838 werd hij gekozen tot wethouder en later werd hij de eerste katholieke burgemeester van Raamsdonk en lid van de Provinciale Staten.

Waarschijnlijk om een huis te hebben in overeen­ stemming met al deze voorspoed (hoewel slechts betrekkelijk, want acht van zijn tien kinderen stierven) liet Theodorus in de tweede helft van de eeuw bouwen op de plaats waar nu het gemeentehuis staat. Hij noemde het huis "Chartroise".   Hierbij moet ik u er wel even op attent maken dat het andere "Chartroise" van de Van Sons er nog stond op dat moment.  

Toen Theodorus Heere in 1869 overleed. liet hij zijn twee overgebleven kinderen een indrukwekkend vermogen na. Het ambt van burgemeester en het lidmaatschap van de Provinciale Staten ging over op zijn zoon Gijsbert Heere. In 1887 trouwde Gijsbert Heere, 44 jaar oud, met de dochter van zijn vriend Hendrikus Zijlmans, de 21 ­jarige Anna. Hendrikus was de jongste zoon van Simon Zijlmans zodat door dit huwelijk de griendwereld en de bestuurlijke macht met elkaar verbonden werden. Er was dispensatie voor nodig wegens verwantschap, (achterneef en -nicht) die vlot gegeven werd. Gijsbert Heere mag dan met de zilveren lepel geboren Zijn, het moet erkend worden dat hij van de mogelijkheden die hem daardoor geboden werden goed gebruik heeft gemaakt. Dat hij daarbij niet alleen zijn eigen belang voor ogen had blijkt wel uit het feit dat het dorp door zijn ondernemingszin een suikerfabriek, een ziekenhuis (genoemd naar zijn moeder), een school, een gasthuis voor ouden van dagen, een elektri­citeitscentrale en een jongensschool verkreeg.

Volledigheidshalve moet ik eraan toevoegen dat de suikerfabriek net buiten de gemeentegrens kwam, namelijk op het terrein waar nu Jan de Poorter is gevestigd.

Toen Gijsbert in 1912 overleed, was zijn zoon Theo nog maar negen jaar. Het overlijden van zijn vader was het begin van het afbrokkelen van de "griendelite" . De familie Heere had in Gijsbert niet alleen een man en vader verloren, maar ook een belangrijke funktie in het sociale leven. Toen Theo eind twintiger jaren, na het voltooien van zijn rechtenstudie, terugkeerde naar zijn geboorte­dorp, was er van de solidaire en machtige groep griendbezitters bijna niets meer over. De bedrijven bestonden niet meer en de belangrijke leden van de eens zo aanzienlijke families waren overleden of vertrokken. Zelf had Theo een meisje van buiten het dorp getrouwd, namelijk Christina van Gilse, een dochter van een suikerwerkenfabrikant uit Roosendaal. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1931 werd hij in de raad gekozen en kreeg meteen ook een wet­houderszetel. In 1938 werd hij burgemeester.

Het huis "Chartroise" was inmiddels niet meer te redden omdat het destijds, zoals zoveel Veerse huizen, niet onderheid was. TheoHeere liet het in 1940 afbreken en er een nieuwe woning voor in de plaats zetten: het huidige gemeentehuis. Aan de overkant lag zijn werkadres, namelijk de voormalige Openbare school, die in 1929 tot raadhuis was verbouwd. In het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog heeft burgemeester Heere moeten onderduiken en met hem zijn gezin. Helaas kon mevrouw niet tijdig ont­snappen. Zij heeft van april tot september '44 in Vught gezeten.

Bij het napluizen van hun geschiedenis viel het me op dat geen van de mannelijke Heeres echt oud geworden is. Het waren allen zestigers toen ze stierven. Theo, de laatste, werd het minst oud: 65 jaar maar. Zijn gezin bleef na zijn dood nog drie jaar aan de haven wonen, tot 1970. Daarna zwermde het uit over allerlei plaatsen in Nederland.

Het tijdperk van de famile Heere in Raamsdonk was voorbij.  

Bron: Deddy Herlé