Een Collaborateur

Uit Stamboomboek Raamsdonk
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een onderzoek naar collaboratie aan de hand van Willem Sassen[bewerken]

Portret-willem-sassen-1918-2002.png
Inleiding: De ontsnapping
[bewerken]

De ochtend van 16 december 1945[bewerken]

De avond ervoor Collaboratie en Sassen

Hoofdstuk 1: Collaboratie en goed in traditioneel en ander daglicht

Denken over goed en fout

Elke collaborateur is uniek: geschiedschrijving van collaboratie

Motieven

Hoofdstuk 2: Het ouderlijk huis

Sassen senior; Zwart Front en burgervader Een Rooms-katholieke jeugd Hoofdstuk 3: De collaborateur Sassen De stem van de SS in Nederland Op de vlucht Hoofdstuk 4: Ghostwriter Eichmann s memoires Glimlachen en doden terwijl ik glimlach Het einde van een opmerkelijk leven Conclusie Bon vivant De kronkelende lijn Pragmatische opportunist Geraadpleegde literatuur en gedrukte bronnen Geraadpleegde archieven.

DE ONTSNAPPING[bewerken]

De ochtend van 16 December 1945[bewerken]

In een boerderij nabij Utrecht wilde een boer zijn werkkleren aantrekken. Tot zijn verbazing kwam hij erachter dat zijn jas en broek weg waren. In de plaats daarvan hing aan de haak een grauw, wit en blauw gestreept gevangenispak.

De avond ervoor[bewerken]

In Fort Blauwkapel, een gevangenis voor Nederlandse collaborateurs na de oorlog nabij Utrecht, werd bij wijze van verzoening een toneelstuk gespeeld door de gevangen. De aanwezige Canadese soldaten van de Field Security kregen een avond vol vermaak voorgeschoteld. Op het programma stond het toneelstuk Cyrano de Bergerac van de Fransman Rostand. Voorafgaand aan dit stuk werd er een eenakter getiteld De Ontsnapping opgevoerd door een paar gevangen. De Canadezen gunden de gevangen een lolletje in de barre tijden. Onder de toneelspelers was Willem Antonius Maria Sassen, oorlogsreporter, radioverslaggever en schrijver van hoorspelen. Sassen kondigde zichzelf op deze wijze aan en voegde daaraan toe:

and last but not least, een gevierd toneelspeler die op de planken stond in de grote schouwburgen van Brussel, Berlijn en Parijs!

Willem Sassen speelde zelf de SS er die in een interneringskamp door de Canadezen gevangen werd gehouden en wilde ontsnappen. Op het hoogtepunt van de eenakter riep Sassen: Ik ga naar Londen, vader! De radio roept mij! Hier kan ik niet langer blijven! Adieu vader, ik ga!. Sassen verdween van het podium en het doek viel. Hij snelde de gang achter het podium door en verdween door een tralievenster. Twee vrienden hadden tijdens het toneelstuk de tralies doorgezaagd. De ontsnapping was tot op het kwart van de minuut gepland en alles verliep zoals dat moest. Het toneelstuk was werkelijkheid geworden. Sassen ontsnapte uit Fort Blauwkapel en voordat de Canadese soldaten het doorhadden was hij al een eind van de gevangenis verwijderd.

Collaboratie en Sassen[bewerken]

Willem Sassen zag het levenslicht in 1918 in de Noord-Brabantse plaats Geertruidenberg. Hij studeerde in Nijmegen en Breda voordat hij naar de universiteit van Gent en Leuven vertrok. Nog voor hij zijn studie kon voltooien brak de oorlog uit. Sassen vocht in mei 1940 aan Nederlandse zijde maar na de oorlogsverklaring van Duitsland aan de Sovjet-Unie meldde hij zich vrijwillig aan als oorlogsverslaggever bij de Waffen-SS. Sassen zou kortstondig hoofdredacteur van De Courant / Het Nieuws van den Dag zijn voordat hij werd opgepakt en geïnterneerd in Fort Blauwkapel.

Tegen het einde van 1945 bestonden er nog circa 130 gevangenkampen in Nederland, waar allerlei collaborateurs verbleven. Ruim personen werden in de vaak provisorisch - opgerichte kampen gevangen gehouden.[1] Fort Blauwkapel stond bekend als een kamp waar geweld en misdaden schering en inslag waren tot aan De omstandigheden waren zeer slecht en er overleden zelfs personen in de kampen aan ondervoeding en geweld.[2] De hoeveelheid collaborateurs die in aanraking kwamen met de bijzondere rechtspleging en met de gevangenkampen was enorm. Het zou hier gaan om ruim Nederlanders duizend dossiers werden opgesteld over personen met lichte vergrijpen. Te denken valt aan NSB-lidmaatschap personen kregen zwaardere straffen opgelegd, hierbij ging het vaak om moord, mishandeling of verraad.[3]

Collaboratie werd pas na de oorlog een groot probleem. Koningin Wilhelmina sprak in 1941 nog over een handvol landverraders, waar in een bevrijd Nederland geen plaats meer voor zal zijn. Na de oorlog bleken er meer personen van collaboratie verdacht dan men ooit had kunnen denken.[4] De dolle, zomer van 1945 werd vooral gekenmerkt door het afrekenen met voormalige collaborateurs. De woede in Nederland richtte zich volledig op de Nederlandse collaborateurs, vooral ook omdat de meeste Duitsers uit Nederland waren verdwenen.[5] De geringste verdenking fout te zijn geweest, was aanleiding om personen op te pakken en in voorarrest te plaatsen.

'Fout' is de term die vaak gebruikt werd in de beschrijving van de Tweede Wereldoorlog. Men was nu eenmaal 'goed' of 'fout' in de oorlog. De jaren na de Tweede Wereldoorlog werden door dit morele standpunt gekenmerkt. Het werk van Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, is het duidelijkste voorbeeld van het morele standpunt als uitgangspunt. Sinds de publicatie van dit standaardwerk over de Tweede Wereldoorlog in Nederland is er veel veranderd in de geschiedschrijving over die oorlog. Dit essay is een vervolg op de ontwikkelingen in die vaderlandse geschiedschrijving over de periode Na de oorlog werd een duidelijke streep getrokken. Goed en fout werden van elkaar gescheiden. Foute personen werden opgepakt en gevangen gezet, goede personen vereerd om hun werkzaamheden tijdens de oorlog. Maar met het vergaan van de jaren zijn er kronkels in diezelfde streep geconstateerd. En in sommige gevallen is de streep een brede baan.

Willem Sassen was één van de zo vele Nederlandse collaborateurs die gevangen werd genomen. Elke opgepakte collaborateur had een eigen verhaal, motief of wereldbeeld. Het is daarom lastig om duidelijke categorieën te onderscheiden. Het historische debat over collaboratie is echter wel omvangrijk. Na de oorlog verschenen veel publicaties over collaboratie en in de loop der jaren is de aandacht voor de collaborateur alleen maar toegenomen. De centrale vraag van deze scriptie luidt dan ook als volgt; hoe past Willem Sassen in het historische debat over collaboratie?

In het eerste hoofdstuk staat het historische debat centraal. Daarnaast zal de ontwikkeling in de geschiedschrijving en het beeld en stereotypering van collaborateurs naar voren komen. Kan er bijvoorbeeld een profiel geschetst worden van een collaborateur of zijn er overeenkomende motieven te vinden? In het tweede en derde hoofdstuk wordt er dieper in gegaan op het leven van Willem Sassen. De daarbij horende subvragen gaan over de motieven en de vormen van collaboratie Welke motieven en ideologie had Sassen bijvoorbeeld en hoe past dit in het historisch debat? In het vierde hoofdstuk zal de periode na de oorlog van Willem Sassen worden behandeld. Het zal blijken dat hij na de oorlog bepaald geen anoniem bestaan opbouwde buiten Nederland. In de conclusie wordt het antwoord gegeven op de hoofdvraag, de verschillende deelonderwerpen zullen aangeven hoe Sassen in het historische debat van collaboratie past. Feit is op voorhand al dat Sassen één van de vele collaborateurs tijdens de oorlog was. Het is de spannende en avontuurlijke persoonlijkheid van Sassen welke zorgt dat het verhaal zo uniek is en soms wel onwaarschijnlijk lijkt.

Deze pagina is tot stand gekomen door literatuuronderzoek en het gebruik van primaire bronnen. Het gebruik van bronnen afkomstig uit archieven geeft daarnaast een bijzonder goed inzicht in het denkbeeld van Willem Sassen. Hierbij dient op voorhand opgemerkt te worden dat het veelal gaat om ondervragingen na de oorlog. Een vertekend beeld om zo zijn positie als gevangene te verbeteren is zeer goed mogelijk. De bronnen uit archiefinstellingen en de literatuur zijn het in ieder geval eens over het feit dat Willem Sassen één van de meest buitengewone Nederlanders van de twintigste eeuw moet zijn geweest.

COLLABORATIE EN GOED IN TRADITIONEEL EN ANDER DAGLICHT[bewerken]

Denken over goed en fout[bewerken]

Willem Sassen was een foute man, maar zeker niet de enige in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. De geschiedschrijving in de eerste 30 jaren na de oorlog met betrekking op personen werd overheerst door goed en fout. Het waren vooral de helden van het verzet die voorkwamen in de meeste publicaties. De tendens om de jaren zo zwart-wit te schetsen of in termen van goed en fout, begon al snel en hield stand tot de jaren tachtig van de twintigste eeuw. Na de oorlog was de Nederlandse samenleving vooral uit op wraak op diegenen die met de bezetter hadden samengewerkt. Collaboratie speelde een grote rol na de oorlog en wie samen had gewerkt met de bezetter was automatisch fout. In de jaren zestig werd het denken in termen van goed en fout versterkt. Het monumentale werk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog van Loe de Jong beschrijft de bezettingsperiode vanuit het morele oordeel over collaboratie en verzet.[6] Het was een invalshoek die erg voor de hand lag, omdat het de mogelijkheid bood om zeer veel gebeurtenissen een plaats te geven.[7] Het denken in termen van goed en fout is nog altijd een voor de hand liggende constructie voor historici om de bezettingsperiode te beschrijven. Hans Blom schrijft hierover in zijn inaugurele oratie van 1983: In nagenoeg alle publicaties over Nederland in de Tweede Wereldoorlog was de strijd tussen het nationaal-socialisme en fascisme enerzijds en de tegenstanders daarvan anderzijds en de posities die daarin werden ingenomen het ordenend principe.[8] Het was dezelfde Blom die in 1983 met een belangrijk pleidooi voor de geschiedschrijving over de bezettingstijd kwam. In zijn oratie In de ban van goed en fout? pleitte hij voor een systematische en internationaal vergelijkende manier van beschrijven en een analyse van de stemming, mentaliteit en beleving van de bevolking in die bezettingstijd.[9] Met deze stap verzette Blom zich tegen het heersende goed/fout denken. Het volgen van andere wegen bleek nodig om de bezettingsperiode goed te beschrijven; men bleek nooit helemaal zwart of wit, laat staan goed of fout. Volgens Blom was een verschuiving nodig van de nadruk op reconstructie en kwalificatie van gedrag naar meer analyse en inzicht in de achtergronden van het gedrag. Tenslotte stelt Blom in zijn oratie dat de politiek morele vraag naar goed en fout dan doorbroken zal worden.[10] Verschillende werken zagen daarna het daglicht die de positie, gedrag en motivatie van de samenleving tijdens de bezetting uitvoerig analyseerden.[11]

Een derde belangrijke studie waardoor het perspectief op de bezetting veranderde is Chris van der Heijdens Grijs verleden. Hierin concludeert hij dat er een verkeerd beeld was ontstaan van de bezetting door in absolute termen van goed en fout te spreken; beter is het aandacht hebben voor de verschillende grijstinten.[12] Het overspannen beeld van de bezettingstijd wil van der Heijden op die manier bestrijden en corrigeren. Duidelijke collaboratie met de bezettende macht en het verzet ertegen hebben wel degelijk bestaan maar de overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking modderde maar wat aan in een grijs gebied waar juist niet de morele keuze de positie bepaalde. Op zich is dit geen nieuwe invalshoek voor de geschiedschrijving over de bezettingsperiode. Ruwweg vanaf Blom in 1983 was het analyseren van gedrag tijdens de bezetting opgekomen. Van der Heijden sluit zich met zijn werk Grijs verleden aan in de rij boeken welke een analytisch karakter hadden en zette zo de trend van Blom voort in de 21 e eeuw.

Met de nuancering in het denken van een dichotomie als goed en fout kwam er meer begrip voor collaborateurs. Waar de conclusie dat Sassen fout was in de oorlog tot de jaren tachtig voldoende was geweest, is dat nu niet meer het geval.[13]De historicus dient in andere lijnen te denken en het beeld drastisch te nuanceren. Met de verandering van het perspectief op de bezettingstijd gaat een verandering van het denken over collaborateurs gepaard.

Elke collaborateur is uniek: geschiedschrijving van collaboratie

Een belangrijk element van het fout-denken is dat alle collaborateurs over dezelfde kam geschoren werden. De NSB-Leider Anton Mussert staat in deze zin op gelijke voet als een eenvoudige ambtenaar, die in dienst bleef tijdens de bezetting; allebei waren ze 'fout'. In de eerste plaats dient dus opgemerkt te worden dat het aanbrengen van gradaties in het collaboreren noodzakelijk zijn. Het NIOD, Instituut voor Oorlogs-, Holocaust-, en Genocidestudies, heeft daarom ook vanaf haar oprichting verschil gemaakt tussen een oorlogsmisdadiger, landverrader en collaborateur.[14] Binnen deze drie categorieën zijn weer verschillende gradaties te onderscheiden. Een oorlogsmisdadiger kreeg na de oorlog een hogere straf dan een landverrader of collaborateur. Het puur samenwerken (In het Frans collaborer) was de minst erge vorm van de drie. Een collaborateur hoefde niet een landverrader of oorlogsmisdadiger te zijn om samen te werken met de bezettingsmacht. Andersom was dit vanzelfsprekend- wel het geval, oorlogsmisdadigers en landverraders waren per definitie ook een collaborateur. Willem Sassen was zo'n collaborateur, hij werkte samen met de Duitse bezettingsmacht en publiceerde, in Nederland en vanuit het Oostfront, voor alle mogelijke toegestane organen. De vele verschillende vormen van collaboratie zorgen ervoor dat een eenduidig beeld of stereotype collaborateur niet bestaat. De sociale klasse waaruit NSB ers en andere collaborateurs voortkwamen en ook de motieven voor collaboratie verdienen extra aandacht. Allereerst een historiografisch overzicht van onderzoeken naar de afkomst van collaborateurs. Een sociaal-psychologisch onderzoek naar misdadig gedrag in dienst van de Duitse bezetter werd voor het eerst goed beschreven door Jacob Hofman in 1981.[15] Tot de jaren tachtig was het overheersende beeld van een collaborateur een geïsoleerd mens die opportunistisch ingesteld was. Na de Duitse aanval was het vooral opportunisme dat personen er toe dreef zich bij de NSB aan te melden en voor de Duitse bezettingsmacht te werken.[16] Terwijl deze opportunistische instelling aan discussie onderhevig was, bleef het beeld van vervreemde, geïsoleerde personen in de samenleving bestaan. Van der Heijden stelt in zijn meer recentere werk dat individuele NSB ers met de nek werden aangekeken.[17]

In Het echec van een volkse beweging werd door de auteur, Gerrit Andries Kooy, de bonte verzameling van collaborateurs uiteengezet.[18] Kooy geeft een overzicht van alle, na de bevrijding, gearresteerde inwoners van Winterswijk, die werden verdacht van samenwerking met de Duitsers. Alle 772 personen heeft Kooy vervolgens opgedeeld in drie categorieën. De eerste categorie bestond uit personen, die geen lid waren van een landsverraderlijke of vijandelijke organisatie. Hieronder vielen bijvoorbeeld vrouwen, die een relatie onderhielden met de bezettingsmacht, maar ook mannen die misprijzende opmerkingen hadden gemaakt over de koningin. De tweede categorie bestond uit NSB-ers of oud-nsb-ers en de derde categorie werd gevormd door personen welke geen deel uit maakten van de NSB maar wel van een andere landsverraderlijke organisatie. Uit het onderzoek van Kooy bleek dat collaboratie en samenwerken met de bezettende macht een bonte verzameling te zien geeft van allerlei soorten activiteiten en personen. Zowel mannen als vrouwen en zelfs jeugd, die was aangesloten bij de Nederlandse Jeugdstorm, werden verdacht van collaboratie. Volgens Hofman, die het onderzoek van Kooy gebruikt in zijn werk, is het echter niet mogelijk om een groep collaborateurs aan de hand van specifieke kenmerken te karakteriseren.[19]

Specifiek voor de SS in Nederland geldt een onderzoek van Pierik uit 1995 van een steekproef uit honderd rouwadvertenties van overleden Nederlandse SS-soldaten. De conclusie laat zien dat het gaat om mannen met eenvoudige ambtelijke beroepen. Een enkele middenstander overleed aan het Oostfront vechtend voor de Duitsers en zelfs een enkele leraar.[20] De Randstad was oververtegenwoordigd en daarmee is het beeld van de katholieke plattelandsjongen die voor de Waffen-SS vocht achterhaald. Het profiel van een SS-soldaat aan het Oostfront, de groep waartoe Willem Sassen ook in zekere zin behoorde, is net als de complete groep collaborateurs moeilijk te schetsen. Feit was wel dat de motieven niet alleen ideologisch waren. Slechts 30 procent was nationaalsocialistisch georiënteerd. De andere mannen waren overwegend a-politieke figuren.[21]

Motieven[bewerken]

Hoewel de motieven tot collaboratie sterk uiteenlopen en per collaborateur verschillen, zijn er wel enige duidelijke patronen in terug te vinden. Het eerste belangrijke motief voor collaboratie tijdens de oorlog was de politieke en economische situatie in de jaren voorafgaand aan de oorlog. De politiek kwam in de jaren dertig ook in Nederland in de verdrukking, regeringen wisselden elkaar in hoog tempo af en van echte verbetering was geen sprake. De regeringen konden ondermeer geen goed plan ontwikkelen om de slechte economische situatie te doen keren.[22] In het begin van de jaren twintig waren in Nederland de eerste fascistische organisaties ontstaan. In de jaren dertig bleven fascistische splinterpartijen, naast de bestaande bekendere NSB en Zwart Front, via kranten en brochures hun ongenoegen tentoonspreiden.[23]

Vooral in de gebieden die zwaar getroffen waren door de crisis; Drenthe, Zuid-Groningen en Noord-Brabant had de NSB succes. De economische en politieke situatie waren dusdanig dat men sneller besloot om voor de NSB te kiezen en ten tijde van bezetting te kiezen voor de Duitsers.[24] Boeren in Drenthe gingen bijvoorbeeld één keer per jaar naar de grote stad om kleren te kopen. Met een stem op de NSB hoopten ze simpelweg op een ommekeer, die ervoor zou zorgen dat ze vaker dan die ene keer konden winkelen.[25] Ook zagen deze mensen dat Hitler het in Duitsland een stuk beter aanpakte. Hoewel de economie in Duitsland eerder uit het slop was getrokken, dient hier gezegd te worden dat het in grote mate ging om de basis van de oorlogsindustrie.

Een tweede motief, afgezien van de stemming over de politiek en economie toentertijd, was de angst voor het communisme. In de kerk werd op zondag het communisme afgeschilderd als ideologie van de antichrist die een rechtstreekse bedreiging vormde voor de Nederlandse samenleving.[26] Het is dan ook niet raar dat de Duitsers in hun propagandacampagne van juni 1941 de aandacht vestigden op het communisme, om zo vrijwilligers te ronselen voor de strijd aan het Oostfront. De kruistocht tegen het Bolsjewisme was volgens de Duitsers van groot belang. De campagne had succes, binnen een maand hadden bijna 1300 vrijwilligers zich aangemeld.[27] Een derde motief was het opportunisme. In juni 1940 telde de NSB ruim leden. Aan het einde van datzelfde jaar was dat aantal opgelopen tot Deze nieuwe leden werden door de oudere garde minachtend betiteld als meikevers.[28] Hoewel het NSBlidmaatschap nadelen bezat - men werd namelijk met de nek aangekeken, gehaat en zelfs gevreesd-, had het lidmaatschap ook veel voordelen. Zo werden leden vrijgesteld van dwangarbeid in Duitsland, de maatschappelijke positie kon door het lidmaatschap verbeterd worden en NSB-ers konden rekenen op extra toezeggingen. Zij mochten bijvoorbeeld hun radio en fiets houden en kregen extra voedsel en kolen. De opportunistisch ingestelde collaborateur was vaak een a-politiek figuur. Hij/zij collaboreerde niet omdat hij of zij het oneens was met de politiek of gedwongen werden door de economische situatie, maar omdat de voordelen van collaboratie de enkele nadelen overschaduwden. Deze a-politieke groep werd verder aangevuld met avonturiers, mislukkelingen en door justitie vervolgde personen.[29] In grote mate gold dit voor de SS; hierbij sloten vele jonge avonturiers zich aan. Belust op avontuur en met de wil om iets te beleven, trokken vele Nederlandse mannen naar het Oostfront om te vechten aan Duitse zijde.[30] Toch zijn er meer motieven dan alleen de bovengenoemde. Waar iedere collaborateur uniek is, zijn de motieven dat ook voor diegene.

Naast deze motieven kwam in de jaren tachtig accommodatie en de onontkoombaarheid van collaboratie op in het denken over collaboratie. In de geschiedschrijving is de term accommodatie van Ernst Heinrich Kossmann een volledig ingeburgerd begrip. Accommodatie behelst niet alleen gehoorzaamheid en medewerking aan Duitse maatregelen, maar ook de overname van de maatregelen.[31] Belangrijk hierbij was de gedachte dat de Duitse bezetting vele jaren zou behelzen en dat het daarom beter was om samen te werken. Onder de gegeven omstandigheden was elk alternatief slechter.[32] Het zo goed mogelijk schikken naar de omstandigheden was niet altijd een vrije keuze. De keuze werd ook vaak gemaakt zonder de bedoeling met de vijand samen te werken.[33]

De onontkoombaarheid van collaboratie was vooral op het economische vlak van belangrijke betekenis. Het was noodzakelijk om de Duitse orders te accepteren en zo bedrijfsleven in gang te houden. Dit bedrijfsleven wenste men op peil te houden omdat anders de bedrijven onder Duits beheer waren gekomen of de deportatie van werkkrachten naar Duitsland toe zou nemen.[34] Collaboratie was in andere woorden onvermijdelijk. Of men nu een pakje sigaretten aan een Duitse soldaat verkocht, meewerkte aan het functioneren van spoorwegen waar de bezetter ook gebruik van maakte of als ambtenaar op zijn plek bleef, in alle gevallen diende men de belangen van de bezetter.[35]

HET OUDERLIJK HUIS[bewerken]

Sassen senior; Zwart Front en burgervader[bewerken]

Terug in de tijd. Op zes september 1910 verschenen Jan Coenraad Hubert Marie Wilhelmus Sassen (1884) enJohanna Margaretha Maria van Bavel (1884) voor de ambtenaar van de burgerlijke stand. Voor de beide families was het een feestdag, voor beide hoofdpersonen misschien wel de mooiste dag van hun leven. Beiden waren dat jaar 26 geworden, nog een heel leven lag voor hen. Jan Coenraad was een manufacturier uit Raamsdonk, Johanna de dochter van een winkelier uit Geertruidenberg.[36] Hun eerste dochter werd een jaar na de bruiloft geboren. Antoinette Maria Catherina Rosalia Sassen heette ze. In 1915 kwam daar Georgette Johanna Maria bij. Drie jaar later krijgen Jan Coenraad en Johanna nog een kind. Ditmaal een zoon. Willem Antonius Maria Sassen ziet het levenslicht op zestien april 1918.

Jan Coenraad Sassen werd op tien juli 1884 geboren te Ubbergen, een dorp ten oosten van Nijmegen. Na het middelbaar onderwijs verzeilt Sassen senior in Geertruidenberg. Aldaar werd hij raadslid en locoburgemeester.[37] In de jaren twintig is Sassen senior eigenaar van een winkel in Geertruidenberg, gespecialiseerd in woninginrichting. Sassen was bijzonder gecharmeerd van het in 1934 opgerichte Zwart Front.[38] In Geertruidenberg stond hij vooral bekend wegens het gooien van het kerkboek naar het hoofd van de pastoor. Deze had kort daarvoor tegen de opkomende Duitsgezinde Nationaal Socialistische Beweging (NSB) gepredikt.[39] De NSB werd twee jaar na de oprichting, in 1934 van kerkelijke zijde verboden. Tegen een andere fascistische beweging, het Zwart Front, werd vanuit de kerk geen actie ondernomen.[40]

Zwart Front werd in 1934 opgericht. Het was één van de vele fascistische splinterpartijen, die voornamelijk in het zuiden van Nederland grote aanhang kregen. Leider van Zwart Front was de geboren Haarlemmer en overtuigd katholiek Arnold Meijer. Meijer was 27 jaar oud toen hij het boek Wij Vergaan schreef. Daarin beschreef hij zijn politieke opvattingen, die ondanks zijn jonge leeftijd al helemaal vaststonden. De democratie had het kwaad in de wereld gebracht en het Russische communisme stond op het punt het Europese christendom weg te vagen. Slechts een kleine vastberaden, autoritair denkende elite kon het gevaar keren volgens Meijer.[41] In 1937 deed de partij mee aan de verkiezingen in Nederland. Maar een groot electoraat zat er niet in voor Zwart Front. De partij van Meijer wist slechts stemmen te winnen. Daarvan kwamen bijna vijf duizend stemmen uit Noord-Brabant.[42] Sassen senior was een fanatiek aanhanger van het gedachtegoed van Zwart Front sinds Hij werd niet meteen lid. Dit gebeurde pas in In 1940.[43] In 1935 richtte Sassen senior, samen met professor Veraard, het Nederlandsche-Vlaamsche Eenheidsfront op. Dit eenheidsfront had als doel de invloed van de grote warenhuizen te bestrijden en daardoor de middenstand een betere bestaansmogelijkheid te geven.[44] In datzelfde jaar werd Sassen uit de Provinciale Staten van Noord-Brabant geweerd, naar eigen zeggen omdat hij te lastig was in verband met zijn notie voor de middenstanders.[45] Sassen zou zich in latere jaren nog vele malen vaker sterk maken voor de middenstanders. Samen met andere middenstanders kwam Sassen in gesprek met de leider van Zwart Front, Arnold Meijer, over zaken die direct over de middenstand ging. In 1940 werd Sassen lid van Zwart Front, toentertijd al omgedoopt tot Nationaal Front.[46] Een jaar later - op 1 augustus 1941 werd Sassen lid van de NSB.[47] Sassen verwachtte door zijn lidmaatschap een betere sociaal-economische toestand.[48] Dit vertelde hij in mei 1946 tijdens een verhoor dat bij het proces verbaal hoort. De NSB verzocht Sassen naar eigen zeggen een aantal keer om burgermeester te worden. Ondermeer de kans om burgermeester van Breda, Roosendaal, Weert en Tilburg te worden liet hij lopen.[49] Ondertussen was Sassen vertegenwoordiger geworden van een grote oliemaatschappij. Sassen heeft meerdere malen geprobeerd een onderhoud aan te vragen met Rost van Tonningen om olie aangelegenheden te bespreken. Een echt onderhoud met Rost van Tonningen heeft hij echter nooit gehad. Naast vertegenwoordiger voor een oliemaatschappij gaat Sassen in 1943 aan de slag als NSB-burgermeester van Veghel. Van één september 1943 tot september 1944 was Sassen de door de Duitsers en NSB benoemde burgervader. En hoewel Sassen het beste voor had met de bevolking uit de gemeente Veghel werd zijn benoeming hem niet in dank afgenomen. Sassen was een duidelijke collaborateur die samenwerkte met de Duitse mogendheid. De tegenstellingen tekenden zich af. Sassen was benoemd door de NSB en heulde met de Duitsers, maar waar kon hielp hij de bevolking. Zo tekende hij stukken waarin getracht werd personen welke naar Duitsland moesten vrij te krijgen.[50] De streep tussen goed en fout was ook in dit geval dus geen rechte, harde lijn. De lijn kronkelde en kon zowel aan de goede kant als de foute kant lopen. Dat het merendeel van de gemeente Veghel Sassen wel als een landverrader zag komt goed tot uitdrukking in een anonieme brief aan de burgervader. De brief, getiteld Aan den landverrader burgervader Sassen, is op één juli 1944 geschreven door een anonieme Veghelaar. De brief is stevig van tekst. De bevolking van Veghel kon niet alle acties van burgervader Sassen kan waarderen: Waar bemoei jij je eigen mee, smerige indringer? Heb je begrepen dat dit uit moet zijn? als die grapjes nog langer duren, zullen wij Veghelaars jou wel eens gauw aan je verstand brengen, dat wij daarvan niet gediend zijn.[51] Tot acties door de bevolking tegen burgermeester Sassen kwam het niet. Twee maanden na de anonieme brief vluchtte Sassen. Op zaterdagavond drie september 1944 klonken de woorden: Gij weet dat de bevrijding voor de deur staat uit de luidsprekers van Radio Oranje. Door het bericht ontstond een ware bevrijdingsroes in Nederland. Het gevolg was dat onder de Duitsers en de collaborateurs hevige paniek ontstond en deze allemaal naar veilige oorden probeerden te vluchten. Burgervader Sassen werd uiteindelijk opgepakt en geïnterneerd in Fort Blauwkapel tot 1947 en daarna in het interneringskamp Vught.[52] Zijn celstraf duurde tot vijf mei 1949.[53] Jan Coenraad Sassen vertrok na de oorlog naar Duitsland. In 1962 stierf hij aan een hartaanval te Bad Wissée, in Beieren.[54]

Een Rooms-katholieke jeugd[bewerken]

Opgroeien in een katholiek dat gecharmeerd is van een beweging als Zwart Front miste haar uitwerking bij Sassen junior niet. Willem Sassen werd geboren en groeide op in Geertruidenberg. Op elf jarige leeftijd ging hij naar het Sint Dominiuscollege. Een opleiding tot

50 Getuigeverklaring van Fransicus Hendrikus van Lith in: Proces verbal Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen, 23 mei BHIC, inventaris nr Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2. 51 Anonieme brief; Aan den landverrader Burgervader Sassen, 1 juli BHIC, inventaris nr Documentatie Veghel, akte nr Uitspraak van het tribunaal voor het arrondissement te Breda inzake Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen. 27 mei BHIC, inventaris nr Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2. 53 Besluit inzake Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen. 13 november BHIC, inventaris nr Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2. 54 Bidprentje Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen. 27 januari BHIC, inventaris nr Documentatie Veghel, akte nr

17 priester was het doel. Een prille ontdekking van het vrouwelijk schoon bracht hem echter op meer wereldlijke ideeën.[55] Sassen verhuisde naar het Canisiuscollege in Nijmegen. De eerste elementen voor een heftig anti-communistische en pro-nationalistische opvattingen vonden in Nijmegen hun oorsprong. Sassen kwam in conflict met het schoolbestuur en een verslechting in de financiële toestand van zijn ouders was de reden dat hij het laatste jaar van zijn opleiding genoot aan het Lyceum van Breda.[56] De oorspronkelijk aanwezige neiging tot rebellie en compromisloosheid ontwikkelden zich in dit stadium van zijn leven tot een scherpe karaktertrek.[57] Tijdens zijn studietijd was een andere grote gebeurtenis van grote invloed op de ontwikkeling van Willem Sassen. Ter gelegenheid van de Olympische Zomerspelen van 1936 bracht hij een bezoek aan Berlijn. Sassen werd daar ten zeerste getroffen door de heerschende jonge, vitale geest en door de Europese jeugdsolidariteit, die naar eigen zeggen een grootsche apotheose vond tijdens de spelen.[58] De bewondering voor Hitler en het Derde Rijk stak Sassen niet onder stoelen of banken. Voor een groep studenten in Gent trad hij op met een felle, pro- Duitse toespraak.[59] Sassen studeerde in Gent rechten en sloot zich al snel aan bij de Duitsch- Vlaamsche Arbeidsgemeenschap (DeVlag). Deze gemeenschap was een organisatie van Duitse en Vlaamse academici en studenten, opgericht om de Duits-Vlaamse culturele toenadering te bevorderen. Sassen was als student een gevierde jongen, hij dronk zijn medestudenten graag onder tafel, was een ware vrouwenversierder, speelde toneel en regisseerde stukken. Hij maakte zijn studie echter niet af in België, Sassen werd het land uitgewezen door zijn pro-duitse activiteiten.[60]

Op twintigjarige leeftijd - in ontving Willem Sassen een oproep voor militaire dienst. Hij werd artillerist en was werkzaam tijdens mobilisatie bij het zevende regiment veldartillerie in Utrecht. Zo n twee jaar later zou het tot een mobilisatie komen. Ondanks de grote sympathie welke Sassen koesterde voor Duitsland en Hitler zag hij de inval van de Duitsers in Nederland toch als een grove schending van de vrijheid. Naar eigen zeggen raakte Sassen in gewetensnood. Als Nederlander was het zijn plicht om de wapens op te nemen tegen Duitsland, het land dat hij zeer bewonderde. Sassen verkoos te vechten aan Nederlandse zijde zo zou hij na de oorlog tijdens een verhoor verklaren omdat hij de Duitse inval zag als imperialisme en gewelddadige overheersing[61] Sassen fietste na de Duitse inval naar het station van Den Bosch. Daar strandde hij tezamen met vele andere gemobiliseerden. Wachten op de Duiters wilde Sassen niet en daarom vorderde hij een auto om zo Middelburg en Bergen op Zoom te bereiken. 62 Sassen kreeg de taak om als tolk op te treden tussen de Nederlandse en de gestationeerde Franse soldaten in Zeeland. Ondanks de hulp van Franse soldaten braken de Duitsers makkelijk door de stellingen in Zeeland. Sassen werd op 17 mei als krijgsgevangene afgevoerd naar Bergen op Zoom. Aldaar ontsnapte hij uit de barakken. Sassen keerde terug in Bergen op Zoom, haalde zijn demobilisatiepapieren en kon weer gaan waar hij wilde. 63 Sassen vertrok naar Den Haag om toestemming te vragen naar België te mogen terugkeren. Hij kreeg geen toestemming waarop hij een relletje veroorzaakte. Als boetedoening moest hij drie dagen in de cel zitten. 64 In het eerste jaar van de bezetting deed Sassen vooral journalistiek werk. Voor zowel Nederlandse als Vlaamse bladen schreef hij nieuwsberichten. Het gaf hem toegang tot enkele prominenten uit Vlaams-nationalistische kringen. In het eerste jaar van de bezetting trouwde Sassen. De uit Maastricht afkomstige Paula Fisette werd zijn vrouw. In 1941 verhuisde Sassen met haar naar Zeist. Naar eigen zeggen onthield Sassen zich van tien mei 1940 tot 21 juni 1941, van iedere activiteit ten gunste van de Duitsers. Dit stelde hij tijdens het verhoor door de onderzoeksrechter op 20 juli 1946 in Brussel. Zijn reden om niet voor de Duitse bezettingsmacht te werken was nog altijd dezelfde gedachte als bij de Duitse inval. Volgens Sassen was het een grof imperialisme dat de Duitsers bezielde. 65 Met deze verklaring probeerde Willem Sassen zich in een beter daglicht te praten. De bewondering voor het Derde Rijk was tijdens de oorlog nooit verloren gegaan. 62 Groeneveld, G, Kriegsberichter, Ondervraging Willem Sassen op 10 en 11 juli 1945 door M.C. Charles. NA, BNV, toegangsnr , inventaris nr Ibidem. 65 Verhoor van Willem Sassen op 20 juli 1946 te Brussel. NA, CABR, toegangsnr , inventaris nr  

19

DE COLLABORATEUR SASSEN[bewerken]

De stem van de SS in Nederland Op de ochtend van 22 juni 1941 hoorde Willem Sassen op de radio een verklaring van Joseph Goebbels, minister van propaganda in Nazi-Duitsland, over het uitbreken van de oorlog met Rusland. 66 Tot de 22 e juni was het vooral journalistiek werk wat Sassen deed. Sassen schreef voor de Belgische kranten de Schelde, Nieuw Vlaanderen en Candide en voor de Nederlandse krant de Vrijdag. 67 Geïnspireerd door zijn haat voor het communisme meldde Sassen zich nog op dezelfde dag vrijwillig aan als Nederlands oorlogsreporter. 68 Deze haat voor het communisme wijdde Sassen aan zijn Rooms-katholieke opvoeding. Immers, het communisme was een ware bedreiging voor het geloof. Twee weken later werd hij goedgekeurd door een keuringsarts in Den Haag. Omdat Sassen al voor Radio Bremen had geschreven duurde zijn opleiding niet zes maanden maar kon hij al na vier weken richting het Oostfront vertrekken. 69 Bij Krakau werden de vrijwilligers uit Nederland verder geschoold. 70 Eind 1941 was Willem Sassen al aan het Oostfront gestationeerd; in de zuidelijke frontsector. In het voorjaar van 1942, Sassen was toen amper 24 jaar oud, was hij getuige van het Duitse offensief in de Kaukasus. 71 Één van zijn eerste berichten ging over Russische krijgsgevangenen. Zonder al te veel moeite wist Sassen de vereiste woorden en toon te vinden om de Russen te beschrijven. Met zijn veertienen stonden zij op een rij. De vier eersten Tartaren, met een half door pokken geschonden gezicht. Dan kwamen er drie Oekraïense boeren, wie men de vreugde, levend ontkomen te zijn uit de Sovjethel, van het gezicht kon lezen. Met een primitieve houding trachtten zij zich op een afstand te houden van de Tartaren. Dan kwamen er drie Kiergiezen, uit wier oogspleten een valse blik mij aangluurde, een blik die niets menselijks meer had. De overigen waren vrouwen. Alleszins viel het niet gemakkelijk, dit op het eerste gezicht vast te stellen. Haar trekken waren grof, verdierlijkt en haar bewegingen hadden een afstootwekkende lompheid

Verhoor van Willem Sassen op 20 juli 1946 te Brussel. NA, Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), toegangsnr , inventaris nr Ondervraging Willem Sassen op 10 en 11 juli 1945 door M.C. Charles. NA, Bureau Nationale Veiligheid (BNV), toegangsnr , inventaris nr Ibidem. 69 Groeneveld, G, Kriegsberichter, Ondervraging Willem Sassen op 10 en 11 juli 1945 door M.C. Charles. NA, Bureau Nationale Veiligheid (BNV), toegangsnr , inventaris nr Groeneveld, G, Kriegsberichter, Sassen, W, WAT GEVANGENEN VERTELLEN... Willen onze vrouwen en meisjes daar eens aan denken? In: Het Volk. 10 april Zie ook de tekst online: 19

20 Sassen werd in korte tijd de Oostfront-stem van de SS in Nederland en Vlaanderen. Maar net als veel andere vrijwilligers raakte ook Sassen gewond. In de buurt van Rostow liep hij een schotwond op. De kogel ging door zijn linkerbovenarm en kwam er bij zijn borst weer uit. Sassen was tot april 1943 uit de roulatie. 73 Hij verbleef in ziekenhuizen te Krakau, München en Berlijn om vervolgens in Breda weer genezen verklaard te worden. De inmiddels weer genezen Willem Sassen werd tot Unterscharführer bevorderd en keerde in april 1943 terug bij Charkow aan het Oostfront. In juni 1943 besloot Zender Bremen, waarvoor enkele SSoorlogsverslaggevers uit Nederland werkten, hun radioberichten tijdelijk te staken. Sassen ging voor andere radiozenders werken. Voor de zenders Luxemburg, Wenen, Die Deutsche Europasender, Kurzwellensender en Bremen maakte hij tot juli 1944 in totaal 113 opnamen. 74 Zijn hoofdwerkgever tot de invasie in 1944 was Zender Brussel. Bij deze zender was Sassen vooral bezig met het schrijven en houden van politieke, anti-geallieerde praatjes. Sassen werkte mee aan drie programma s, die niet zozeer actueel waren maar meer gericht als directe propaganda op vijandelijke troepen. 75 Dat Sassen een creatieve jongeman was bleek uit een uitzending over en voor Nederlandse zeelieden. Hij sleepte een kind in tranen voor de microfoon, het kind begreep maar niet waarom zijn vader niet terugkwam. De apotheose lag in het einde van de uitzending. Sassen liet het kind huilend roepen: Vake kom terug!. 76 Oorlogsverslaggever Sassen was op zes juni 1944 te vinden aan het front in Normandië. Hij versloeg de gevechten rond Caen en later rond Parijs. Korte tijd daarop was hij weer in Brussel. Op zeventien september vertrok Sassen naar Arnhem om de gevechten aldaar te verslaan. Na drie dagen rond gezworven te hebben in de buurt van Arnhem vertrok Sassen naar Amsterdam. In de hoofdstad werd hij gevraagd door zijn vriend Henri Holdert - zoon van Hak Holdert, eigenaar van de Telegraaf en De Courant / Het Nieuws van den Dag - om hoofdredacteur te worden van de krant De Courant / Het Nieuws van den Dag. 77 De aanstelling van Sassen was dubieus. In Duitse kringen was hij inmiddels zeer omstreden geworden door zijn eigenzinnigheid en zijn onverzadigbare geldingsdrang. In Nederlandse kringen, waaronder de redactie van De Courant / Het Nieuws van den Dag, bestond ook weinig sympathie voor Sassen. Een redactielid tekende in zijn dagboek op: Deze onbeschrijflijke schoft, die in een SS-pakje hoofdredacteur van de Courant speelt, gistermiddag

73 Ondervraging Willem Sassen op 10 en 11 juli 1945 door M.C. Charles. NA, Bureau Nationale Veiligheid (BNV), toegangsnr , inventaris nr Groeneveld, G, Kriegsberichter, Ibidem, Ibidem, Wolf, M, Het geheim van de Telegraaf: Geschiedenis van een krant. (Amsterdam: Boom, 2009),

 

21 worden. 78 Bovendien kreeg Sassen door zijn voorkeur voor jenever en vrouwen de reputatie van om 5 uur stomdronken op de redactie kwam ( ) zou dus hoofdredacteur van de Telegraaf society-ss er. Vaak samen met de jonge Holdert was hij te vinden in het nachtleven van Amsterdam en het Gooi. 79 Soms droegen ze SS-uniformen voorzien van een opvallende kanten kraag. 80 Dat Sassen zich door zijn gedrag meteen al onmogelijk maakte bij de krant was duidelijk. In Het Nieuws van den Dag van 23 oktober 1944 riep hij de hongerlijdende bevolking uit de Amsterdamse volksbuurten op om op rooftocht te gaan naar voedsel en brandstof in de betere wijken. 81 Het oproepen tot een rooftocht beviel de Duitse bezettingsmacht allerminst. Sassen werd op staande voet ontslagen. De jonge SS er was nog geen maand hoofdredacteur geweest. Na deze korte carrière als hoofdredacteur werd Sassen benaderd om een propagandakrant, genaamd Het Laatste Nieuws, op te zetten. Door de inhoud van de artikelen zou het op een illegaal blad lijken. 82 Daarnaast ging hij werken voor de radiozender Het Vrije Zuiden, die met hetzelfde misleidend doel in het leven was geroepen. Vanuit Utrecht zond en schreef Sassen tot letterlijk het licht uitviel door gebrek aan elektriciteit op zeven april. Op de avond van één mei 1945 hoorde Sassen dat Adolf Hitler overleden was. Vanaf dat moment claimt Sassen dat hij niet langer geloofde in het nationaalsocialisme. 83 Samen met zijn broer Fons vlucht Sassen naar Alkmaar waar hij op vijf juni opgepakt wordt door de Britse Field Security. Willem Sassen belandde uiteindelijk in Fort Blauwkapel. 84 Bij de ondervraging van Sassen in het kamp werd er vooral gevraagd naar een ondergronds netwerk van Nederlandse nazi s. Deze organisatie, genaamd Neurop, zou na een eventuele nederlaag de strijd tegen de geallieerden voortzetten. Begin april werden ook Sassen en zijn naaste medewerkers gevraagd om mee te doen. Het liep allemaal op niets uit en nadat bekend werd dat Adolf Hitler was overleden viel de organisatie al snel uit elkaar. 85 In zijn ondervraging op tien en elf juli 1945 claimde Sassen dat hij Neurop had ontworpen en georganiseerd. 86 Of dit grootspraak was of de waarheid is niet bekend. Doordat de groep al snel uit elkaar viel was er voor de Britten ook weinig aanleiding om dit verder te onderzoeken

78 Ibidem. 79 Wolf, M, Het geheim van de Telegraaf, Ibidem. 81 Groeneveld, G, Kriegsberichter, Ibidem, Ondervraging Willem Sassen op 10 en 11 juli 1945 door M.C. Charles. NA, Bureau Nationale Veiligheid (BNV), toegangsnr , inventaris nr Ibidem. 85 Groeneveld, G, Kriegsberichter, Ondervraging Willem Sassen op 10 en 11 juli 1945 door M.C. Charles. NA, Bureau Nationale Veiligheid (BNV), toegangsnr , inventaris nr

22 Op de vlucht Willem Sassen ontsnapte op miraculeuze wijze uit Fort Blauwkapel. Hij groette zijn vader voor de laatste keer in zijn leven en nam de benen. Hij vluchtte naar België, eerst naar Antwerpen en later naar Brussel. Geholpen door Wim Persijn, een Vlaamse SS-kameraad die oud-ss ers hielp, kreeg hij een onderkomen, identiteitspapieren, geld en levensmiddelen. Onder de naam André Desmedt woonde hij vlakbij het station Brussel-Noord. Toen Sassen ziek op bed lag deed de Belgische politie een inval in de woning waar hij verbleef. De woning behoorde toe aan Jean le Beau, een toentertijd beruchte Vlaamse gangster. 87 Sassen bleek een onverwachte vangst voor de Belgische overheid. Hij werd uitgeleverd aan Nederland en bij de grens werd hij door een Nederlandse militaire vrachtwagen opgewacht. Een sprong uit deze vrachtwagen zorgde ervoor dat hij opnieuw kon ontsnappen. Met een scheermesje had hij het canvas van de overkapping opengesneden en sloeg hij opnieuw op de vlucht. 88 Sassen sprong uit de vrachtwagen nabij Utrecht. Hij liep vervolgens naar Amsterdam om aan te kloppen bij zijn studievriend Anthony Mertens. De wegen van Mertens hadden in de oorlog de hele andere kant op gelopen dan die van Sassen. Mertens smokkelde Britse piloten en was een actief deelnemer aan het verzet. 89 Tijdens de oorlog waren ze elkaar tegen het lijf gelopen. Sassen had geprobeerd te interveniëren in het proces tegen de opgepakte schoonbroer van Mertens en had zijn oude studievriend aan blanco paspoorten, persoonsbewijzen en een authentiek SD-kostuum geholpen. 90 Mertens was nu aan de beurt om Sassen te helpen. Sassen kreeg een schuilplaats en hulp bij het vluchten. Met een vals paspoort stapte hij op 27 mei 1947 in het vliegtuig naar Dublin. 91 Daar zou Sassen een bijkantoor van de firma Eximorg (Export en Import Organisatie) gaan oprichten. Eximorg was een bedrijf dat als dekmantel werd gebruikt om voortvluchtige exnazi s te helpen vluchten en om grote sommen geld te verplaatsen. Lang bleef Sassen niet in Dublin want zijn eigenzinnigheid deed hem besluiten om verder te reizen. Samen met zijn tweede vrouw Miep van der Voort, die hij in 1941 had leren kennen, en hun inmiddels vijfjarige dochter vertrok Sassen naar Argentinië. Hij had een kapitein met een SS-verleden bereid gevonden om voor een forse vergoeding de oversteek naar Zuid-Amerika te wagen. Sassen zette, na een hachelijke reis, in 1948 voor het eerst voet aan wal in Argentinië.

87 Groeneveld, G, Kriegsberichter, Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann. (Leuven: van Halewyck, 1998), Amerongen, M. van, Hoe Willem Sassen de jacht op Eichmann ten slotte won. Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), knipselmap Willem Sassen. Map: KB I Ibidem. 91 Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann,

 

23 GHOSTWRITER Eichmann s memoires De eerste maanden van Willem Sassen in zijn nieuwe thuisland Argentinië waren niet gemakkelijk. Hij woonde in de krottenwijk van Buenos Aires en verdiende een kleine zakcent met het vertalen van Shakespeare, Goethe en Schiller in het Spaans. 92 Sassen zocht contact met andere SS-ers en nazi s die een veilig onderkomen hadden gevonden in Argentinië. Hij hernieuwde zijn vriendschap met Wilfred von Oven die tijdens de oorlog secretaris voor perszaken onder propagandaminister Goebbels was geweest. Von Oven gaf het Duitstalig blad Freie Presse in Buenos Aires uit; Sassen ging na een paar maanden voor hem werken. 93 Via von Oven leerde Sassen Eberhardt Fritsche kennen. Fritsche was de uitgever van Der Weg, een Duits nazi-propagandablad dat ook in Duitsland en Oostenrijk veel lezers had. Ook voor Der Weg ging Sassen aan de slag. Eind 1948 had Sassen goed betaald werk, schreef voor een blad dat gretig aftrek vond en stond weer midden in de gemeenschap van Nazi ballingen. Fritsche en Sassen hadden elkaar in 1948 ontmoet. Dat ze elkaar later nodig zouden hebben werd al snel duidelijk. Fritsche verbond Sassen aan zijn uitgeverij omdat de Nederlander iets kon wat de oude auteurs niet voor elkaar kregen; schrijven op een frisse, moderne en enthousiasmerende manier. 94 Sassen kreeg daardoor veel opdrachten en werk van Fritsche. De eerste grote opdracht was het schrijven van een biografie over Hans-Ulrich Rudel, de luchtheld aan Duitse zijde in de Tweede Wereldoorlog. Rudel was drager van de hoogste onderscheiding binnen de orde van het Ridderkruis. 95 Het boek over Rudel kreeg de titel Trotzdem. Omdat de biografie vol stond met nationaal-socialistische taal werd het in 1960 in Duitsland op de lijst met voor de jeugd gevaarlijke geschriften gezet. 96 Twee jaar na Willem Sassen kwam Adolf Eichmann in Argentinië aan. Op veertien juli 1950 zette hij voet aan wal. 97 Eichmann was tijdens de oorlog hoofd van Bureau IV-B-4 dat verantwoordelijk was voor de vernietiging van de Joodse bevolking. Het was de taak van Eichmann te zorgen voor de Endlösung (vernietiging) van het Joodse probleem in de door Duitsland bezette delen van Europa. De naam Eichmann verwierf pas bekendheid door het proces van Neurenberg. Zijn naam stond op alle lijsten van gezochte oorlogsmisdadigers en

92 Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann, 53. 93 ibidem 94 Stangneth, B, Eichmann in Argentinië: Het onbezorgde leven van een oorlogsmisdadiger. (Zutphen: Drukkerij Koninklijke Wöhrmann, 2012), 155. 95 Ibidem, 151. 96 Hereth, M, Der Fall Rudel oder die hoffähigkeit der Nazi-diktatur: Protokoll einder Budestagsdebatte. (Hamburg: Rowolht, 1977), 16. 97 Cesarani, D, Becoming Eichmann: Rethinking the life, crimes, and trial of a desk murderer. (Boston: Da Capop Press, 2004), 209. 23

24 veelal bovenaan. Toen de grond onder de voeten van Eichmann te heet werd in 1950 besloot hij te vluchtten naar Argentinië. Onder de naam Ricardo Klement, van beroep technicus, kwam Eichmann door de immigratiedienst. Het was Rudel die Eichmann voorzag van werk. Het netwerk van oude vriendschappen werkte goed in Argentinië. Ook Eichmann vond ook zijn plek in de Duitse gemeenschap aldaar. Tijdens het weekend ontmoette hij zijn oude vrienden in de ABC Bierstube in Buenos Aires. 98 De twee werelden, die van Sassen en Eichmann, begonnen op elkaar te lijken en kwamen steeds dichter naar elkaar toe te staan. Hans-Ulrich Rudel speelde een belangrijke rol in het Argentijnse leven van Willem Sassen. Door Rudels connecties met de Argentijns president Juan Domingo Perón kende de levensloop van Sassen een nieuwe - bijna ongeloofwaardige - wending. Sassen werkte zich op tot PR-adviseur van Evita Perón. 99 Hij liep het presidentieel paleis in en uit en zijn kantoor was in hetzelfde gebouw gevestigd als dat van Evita Perón. In 1952 bracht de Nederlandse Prins Bernhard een bezoek aan Argentinië. Sassen was bij deze gelegenheid tolk omdat hij de talen Nederlands, Duits en Spaans allemaal vloeiend sprak. 100 Willem Sassen was een man met veel talenten, zoveel was duidelijk. Maar de hunkering naar succes en erkenning bleef bestaan. Sassen was voortdurend opzoek naar het gemakkelijk verdiende snelle geld. 101 Adolf Eichmann had dezelfde hunkering naar erkenning en herkenning. In de ABC Bierstube schepte hij in het openbaar op over zijn oorlogsverleden, vertelde dat hij geen oorlogsmisdadiger was maar dat hij louter bevelen had opgevolgd en zei dat hij op een zekere dag een boek zou schrijven dat alle andere boeken over Hitlers Derde Rijk overbodig zou maken. 102 Het was niet lastig te ontdekken dat Klement in werkelijkheid Adolf Eichmann heette. Sassen en Fritsche zagen snel verdiend geld in de behoefte aan aandacht van Eichmann. In 1956 - Sassen en Eichmann kenden elkaar inmiddels - stelde de Nederlander voor om een boek te schrijven. 103 Sassen zou het boek uit geven onder zijn pseudoniem Sluyse en in de derde persoon te schrijven. Het boek zou pas na de dood van Adolf Eichmann uitgebracht mogen worden. Eichmanns honorarium zou dan worden overgemaakt op de bankrekening van zijn vrouw en Sassen kreeg als ghostwriter een van te voren overeengekomen bedrag. 104 De gesprekken vonden vanaf april 1957 bij Sassen thuis plaats. Op de zaterdag en zondag kwam Adolf Eichmann bij Sassen om urenlang te praten. De gesprekken gingen over het oorlogsverleden van Eichmann en de Holocaust. Alles werd met een bandrecorder opgenomen. 105 In een keurige woonkamer op de beneden verdieping van het huis van Sassen

98 Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann, 64-65. 99 Ibidem, 66. 100 Groeneveld, G, Kriegsberichter, 367. 101 Stangneth, B, Eichmann in Argentinië, 303. 102 Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann, 125. 103 Cesarani, D, Becoming Eichmann, 218. 104 Ibidem, 128. 105 Stangneth, B, Eichmann in Argentinië,

troffen de verschillende mannen van middelbare leeftijd elkaar. Het was een kamer vol boeken, schilderijen en Europees meubilair met een sfeer die de gesprekken iets gewichtigs gaf. 106 Alcohol speelde ook een rol. Op de geluidsbanden is het ploppen van kurken te horen maar het gespreksverloop zou er echter niet door zijn beïnvloed. De mannen namen de gesprekken uiterst serieus. Ook de term borrelpraat, wat Eichmann later zou zeggen over de opnames klopte niet. 107 Het project was grootst opgezet, er werd serieus mee omgegaan en er gingen jaren overheen. Van 1957 tot 1959 kwam Adolf Eichmann bijna elk weekend bij Sassen op bezoek. Vaak samen met andere personen, bevriende SS-ers, die aandachtig meeluisterden en spraken. Dat Miep Sassen hier niet altijd blij mee was mag duidelijk zijn. Toch was zij maandenlang een attente gastvrouw van tenminste twee massamoordenaars (Eichmann en zijn vriend Rudolf Mildner; hoofd van de Gestapo in Polen). 108 Het eindresultaat van de urenlange gesprekken loog er niet om. In totaal waren er 73 banden opgenomen en het transcript bestond uit 798 getypte pagina s. 109 Glimlachen en doden terwijl ik glimlach Door de week werkte Eichmann in de Mercedes-Benz fabriek, even buiten Buenos Aires. Hij leefde een onbezorgd leven in Argentinië, niet wetende dat hij in Europa nog steeds voorkwam op alle lijsten van gezochte oorlogsmisdadigers. Binnen de Duitse gemeenschap in Buenos Aires wist iedereen wie de man genaamd Klement werkelijk was. Het zou na 1957 niet lang meer duren voordat men ook in Europa en in Israël op de hoogte was van de verblijfplaats van Adolf Eichmann. 110 De Israëlische geheime dienst de Mossad - besloot Eichmann levend naar Israël te ontvoeren. Na een paar jaar van voorbereiding ontvoerde de Mossad hem toen hij van de bushalte naar zijn huis liep. Binnen een minuut werd hij overmeesterd en ontvoerd. Op 23 mei 1960 verscheen de Israëlische premier Ben Goerion voor het parlement. Hij vertelde dat Israël de man die verantwoordelijk was voor de uitroeiing van zes miljoen Joden in gevangenschap had genomen en een proces zou krijgen. Een luid applaus volgde. Een jaar later, na een proces waarin 112 getuigen werden opgeroepen en wat bestond uit meer dan 100 zittingen, werd Eichmann ter dood veroordeeld. Tijdens het proces riep de houding van Eichmann controversie op. In zijn glazen hok zat Adolf Eichmann, als een doodgewone man. Hij leek meer op een kleurloze kantoorklerk dan een kwaadaardige

106 Stangneth, B, Eichmann in Argentinië, 308. 107 Ibidem, 311. 108 Ibidem, 307. 109 Wojak, I, Eichmanns Memoiren: Ein kritischer essay. (Frankfurt: Campus Verlag, 2001), 48. 110 Harel, I, Operatie Eichmann. (Amsterdam: Keesing BV, 1975), 32. 111 Ibidem, 184-185. 112 Cesarani, D, Becoming Eichmann,

moordenaar. Filosofe Hannah Arendt schreef tijdens het proces dat het kwaad iets banaals had, duizenden ijverige ambtenaren waren verantwoordelijk voor de Holocaust. 113 Arendt schreef: The Trouble with Eichmann was precisely that so many were like him, and that the many were neither perverted nor sadistic, that they were, and still are, terribly and terrifyingly normal. 114 Ook Harry Mulisch beaamde dit beeld als reporter voor Elsevier tijdens het Eichmann-proces. De beklaagde zou maar een klein radertje zijn in een veel grotere machine. Het kwaad zou in ons allemaal zitten was zijn conclusie. Mulisch schreef dat Eichmann met dezelfde stiptheid in zijn werk zieke negers naar moderne hospitalen had vervoerd als hij dat bevel had gekregen. 115 De twee schrijvers gingen volledig mee in de verdediging die Eichmann voerde. Hij bleef ontkennen dat hij schuldig was aan de moord op de Joden. Eichmann legde de nadruk op het Befehl ist Befehl ; hij was naar eigen zeggen een klein onderdeel in de Holocaust en had enkel bevelen opgevolgd. Was Eichmann dan geen antisemiet maar een ijverige ambtenaar? Dit was de vraag die bleef hangen na het proces. Juist de Sassen-tapes gaven uitkomst. Sassen herinnerde zich een quote uit Shakespeare s Richard III. Tijdens één van de vele zittingen in Buenos Aires confronteerde hij Eichmann met de quote: Ik kan glimlachen en doden terwijl ik glimlach. Waarop Sassen vervolgde: Uw zoon heeft vandaag dezelfde leeftijd als veel van de joodse kinderen die u de dood hebt ingestuurd. Hoe kan u met die gedachte leven? Hoe kun u doden en glimlachen tegelijk? Houdt u nog steeds vol dat u niet gekweld wordt door schuldgevoelens? De reactie van Eichmann was duidelijk: Ik heb absoluut geen schuldgevoelens. 116 In een andere sessie was Eichmann nog duidelijker, hij was een antisemiet, die nog meer dan een ijverige ambtenaar het uitroeien van de Joodse bevolking als zijn hoofddoel zag. Tegen Sassen vertelde Eichmann dat hij pas tevreden was als alle Joden waren verdwenen: Ik moet u zeggen, in alle eerlijkheid, dat als van de 10,3 miljoen joden getoond door (de statistieken van) Korherr, zoals we nu weten, we 10,3 miljoen gedood hadden, dan zou ik tevreden zijn. Ik zou zeggen: 'Oke. We hebben een vijand uitgeroeid '. 117 In de woonkamer van Sassen had Eichmann zijn ware denkbeelden uitgesproken. Tijdens het proces voerde hij vooral een verdedigingsstrategie. Het was Willem Sassen gelukt de memoires van Eichmann op te tekenen. Sassen wist maar al te goed dat hij een bijzonder transcript in handen had. Sassen zag meteen de mogelijkheden om geld te verdienen aan de kidnapping van Eichmann. Enkele uren nadat bekend werd dat Eichmann vast zat in Israël reed

113 Arendt, H, Eichmann in Jerusalem: A report of the banality of evil. (Londen: Faber en Faber, 1963). 114 Ibidem, 253. 115 Mulisch, H, De zaak 40/61: een reportage. (Amsterdam: de Bezige Bij, 1962), 125. 116 Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann, 156. 117 Cesarani, D, Becoming Eichmann, 219.

Sassen naar het huis van Eichmann.[bewerken]

Hij vroeg om toestemming van Eichmann s vrouw, Vera. Zij kon het geld goed gebruiken dus gaf ze toestemming om het transcript te verkopen. Sassen had reeds een koper gevonden en hij beloofde Vera Eichmann minstens 20.000 dollar in cash. Omdat Adolf Eichmann vastzat in Israël voelde Sassen zich niet langer gebonden aan hun eerder gemaakte afspraken. 118 Hij wilde zo snel mogelijk - over de rug van Eichmann - geld verdienen aan de tapes. Met de volmacht van Vera Eichmann op zak verkocht Sassen het manuscript aan het Amerikaanse tijdschrift Time/LIFE. Zodra dit was geregeld reisde Sassen door naar Europa om ook daar de transcripties te verkopen. Dat het exclusief aangekocht was door Time/LIFE bleek voor hem geen obstakel. Het weekblad Stern was geïnteresseerd en kocht het transcript ook. 119 Sassen ging na de verkoop van het manuscript als welvarend man door het leven. De zoon van Eichmann merkte op dat Sassen de bezitter was geworden van een gloednieuwe Volkswagen na de verkoop van de manuscripten. 120 Sassen had het geld waar hij zo op zat te wachten en daarnaast de publiciteit die hem goed deed. Tot in de Nederlandse kranten werd hij genoemd tijdens het Eichmann-proces. Vooral na de publicatie van de artikelen in Time/LIFE magazine vragen Nederlandse kranten zich af of de schrijver, Wilhelm Sassen de Kriegsberichtstatter Willem A. Sassen was; dezelfde man die in 1944 kortstondig hoofdredacteur was van de Telegraaf. 121 Hoewel bekend werd dat het de Nederlander Willem Sassen was die met Eichmann zijn memoires had opgenomen, bleek dit geen aanleiding om Sassen te arresteren. Toentertijd stond hij nog wel in het opsporingsregister. In 1969 werd Sassen uit datzelfde register verwijderd. Een reden daarvoor is niet bekend. Vandaag de dag is hierover alleen nog de aantekening te vinden dat dit is gebeurd. 122 Sassen was weer een vrij man. Nadat hij in 1976 probeerde uit te vinden of hij zich veilig in Nederland kon ophouden was het antwoord dan ook ja. Er zouden hem van de zijde van justitie en politie geen beletselen in de weg worden gelegd. 123 Sassen ontkwam aan een vervolging in Nederland ondanks dat hij in Argentinië bepaald geen anoniem leven leidde.

118 Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann, 226. 119 Ibidem, 229. 120 Ibidem, 226. 121 Is deze schrijver Nederlander? Het vrije volk: democratisch-socialistisch dagblad. 23-11-1960, pagina 15. 122 Kamp, M. van de, Door de Mazen van de wet: SS er Willem Sassen ontkwam aan strafvervolging. Lees het na, uitgave 1/2012. 123 Brief van de minister van Justitie aan de Maastrichtse advocaat en procureur Tripels over de vraag of Sassen Nederland mag betreden, 26 juli 1976. NA, CABR, toegangsnr. 20909, inv. nr. 31614.

Het einde van een opmerkelijk leven Na de dood van Adolf Eichmann in 1962 viel de Duitse gemeenschap in Argentinië definitief uit elkaar. Sassen en Fritsche speelden geen rol meer en hun nationaal-socialistische ideeën vonden geen weerklank. Het Derde Rijk en Hitler waren meer dan vijftien jaar daarvoor ten val gebracht en het nationaal-socialisme was duidelijk op zijn terugweg. Sassen zou het over een andere boeg moeten gooien wilde hij geld verdienen. Hij vertrok naar Rome en begon daar een reisagentschap. Hij leefde daar onder de naam Willem S. van Elsloo. Naar eigen zeggen overleefde hij in Rome tot twee maal toe een aanslag op zijn leven. Twee keer zonder maar ook één schram. 124 Toen hij terugkeerde naar Zuid-Amerika bleef zijn vrouw Miep in Rome. Sassen werd ingehuurd om het imago van generaal Pinochet in Chili en dat van de Paraquaanse dictator Stroessner op te poetsen. In Zuid-Amerika kwam Sassen een opschepperige zakenman tegen. Deze man droeg de naam Klaus Altmann en hij deelde Sassen in vertrouwen mee dat hij één van Eichmanns beulsknechten was geweest tijdens de oorlog. Hij was naar eigen zeggen een echte moordenaar, geen type ambtenaar zoals Eichmann achter een bureau. Sassen stelde zijn zakenvriend voor om samen een boek te schrijven, het snelle geld leek weer binnen bereik. Toch kwam het dit keer niet zover, Altmann werd opgepakt wegens wapenhandel en al snel bleek dat Sassens nieuwe vriend in het echt Klaus Barbie heette. Barbie had tijdens de oorlog de bijnaam de slachter van Lyon gekregen. In de jaren tachtig speelde Sassen nog met het idee zijn manuscript over Eichmann uit te werken tot een biografie. 125 Maar toen hij begon met schrijven voelde hij geen affiniteit meer met de tekst. Willem Sassen had geen interesse meer in Adolf Eichmann. 126 Sassen sleet zijn laatste dagen in Chili, het land waar hij voor de derde keer trouwde. Miep was achtergebleven in Rome en zou later verhuizen naar Florida in de Verenigde Staten. 127 Met zijn derde vrouw, de Belgische Els Delbaere, kreeg hij nog een zoon op 55 jarige leeftijd. Willem Sassen overleed in 2002 in Chili. Het hoogst opmerkelijke leven van een collaborateur kwam daarmee tot een einde. 124 Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann, 301. 125 Stangneth, B, Eichmann in Argentinië, 521. 126 Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann, 305. 127 Ibidem, 302.

CONCLUSIE[bewerken]

Bon vivant Willem Sassen leidde bepaald geen anoniem leven, niet in Nederland, niet tijdens de oorlog en ook na de oorlog bleef hij de Lebemann die tot alles in staat bleek. Sassen was een veelzijdige levensgenieter, vierde graag feest, speelde toneel en bezat vele talenten. Altijd opzoek naar het snel verdiende geld en zowel beroepsmatig als privé was hij niet bepaald iemand van de lange adem. De geboren Brabander maakte veelvuldig gebruik van zijn twee grootste talenten, het vermogen tot spreken en schrijven. Sassen wist zich overal binnen te praten, sprak vijf talen vloeiend en kende zijn klassiekers. Hij was een pure bon vivant, een schuinsmarcheerder of ook wel een ouderwetse boemelaar. Dat hij zich daarmee soms onmogelijk maakte, zoals in het geval als hoofdredacteur van De Courant / Het Nieuws van den Dag, deed hem weinig zo leek het. Sassen was alweer onderweg naar het volgende avontuur dat hem nog meer voldoening, geld of publiciteit zou opleveren. Sassen vergaarde wereldfaam toen uitkwam dat hij de memoires met Adolf Eichmann in Argentinië schreef als ghostwriter. In de tijdschriften Time/LIFE en de Stern stond echter nooit de echte naam van Sassen vermeld. Het werd de Nederlandse kranten echter wel duidelijk dat het dezelfde man was als Willem A. Sassen, die tijdens de oorlog de stem van de SS was in Nederland en Vlaanderen. Het grote doel van Sassen was om de transcripten uit te werken tot een biografie over Eichmann. Dit kwam er echter nooit van. De kronkelende lijn Dat Willem Sassen fout was tijdens de oorlog staat vast. Toch is het belangrijk om enige nuance hierin aan te brengen. Het is de ontwikkeling in het historisch debat over collaboratie welke goed in ogenschouw moet worden genomen. Na de oorlog werden de van collaboratie verdachte personen opgepakt en veroordeeld. Iedereen was fout of goed geweest ten tijde van Duitse bezetting. De ontwikkeling van het historisch debat begint met het monumentale werk van Loe de Jong. In zijn werk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog worden de jaren van oorlog bekeken vanuit het morele standpunt van goed en fout. In de jaren tachtig bracht Hans Blom daar verandering in. Volgens Blom was een verschuiving nodig van de nadruk op reconstructie en kwalificatie van gedrag naar meer analyse en inzicht in de achtergronden van het gedrag. Waar eerst de streep tussen goed en fout een rechte lijn was, kon diezelfde streep net zo goed kronkelen. Men bleek nooit helemaal zwart of wit, laat staan goed of fout. Sinds de jaren tachtig was het vooral de analyse en achtergronden van fout gedrag dat de aandacht kreeg. Ook de collaboratie van Sassen bleek een kronkelende lijn. Hoewel hij duidelijk aan de verkeerde kant van de streep stond tijdens de oorlog was hij ook betrokken bij gebeurtenissen die als goed worden beschouwd. Zo vocht hij tijdens het uitbreken van de oorlog aan Nederlandse zijde. Naar eigen zeggen omdat hij de inval van Duitsland zag als imperialisme en een gewelddadige overheersing. Tijdens het eerste jaar van de bezetting onthield hij zich vervolgens van iedere activiteit ten gunste van de bezetter. Tijdens de oorlog hielp Sassen een vriend uit het verzet aan een authentiek SD-kostuum. Een ware verzetsdaad waardoor de lijn kan kronkelen en raar kan lopen. Auteurs die bijdragen aan het historisch debat over collaboratie zijn het over één waargenomen feit eens. De vele verschillende vormen van collaboratie zorgen ervoor dat een eenduidig beeld of stereotype collaborateur niet bestaat. Iedere persoon die zich, welwillend of niet, inmengde met de Duitse bezettingsmacht had daarvoor zijn eigen motief. Een groep collaborateurs aan de hand van specifieke kenmerken te karakteriseren bleek na de oorlog niet mogelijk. Sassen, één van de vele collaborateurs, werkte tijdens de oorlog direct voor de Duitse propagandamachine door ondermeer voor de radio van Bremen en Berlijn te schrijven. Maar zoals elke collaborateur was Sassen uniek. Zijn vorm van collaboratie had niet iets standaards en viel niet binnen een grote categorie te plaatsen. Daarnaast was de persoonlijkheid van Sassen dusdanig uniek dat hij in dit opzicht perfect in het geschetste beeld door historici van collaborateurs past. Pragmatische opportunist Hoewel het niet mogelijk is om een stereotype collaborateur te schetsen is het wel mogelijk om deze personen in te delen in globale categorieën. De eerste categorie personen die ervoor kozen om te collaboreren deden dit om de economische situatie. Sassen past niet in dit verband omdat naar waar we zijn eigen woorden mogen geloven dit niet de reden was tot collaboratie. Zijn vader had een eigen onderneming en had daarnaast een zetel in de Provinciale Staten van Noord-Brabant. De jonge Willem kon in de jaren dertig studeren en reizen. Van een slechte financiële toestand was geen sprake. Een tweede motief tot collaboratie was het anti-communisme. Vooral vanuit de kerk werd er elke zondag gepredikt tegen het communisme. Sassen, die opgroeide in een streng katholiek gezin, werd hierdoor naar eigen zeggen erg door beïnvloed. Samen met ongeveer 1300 andere vrijwilligers had hij zich in de eerste maand aangemeld toen de Duitse bezettingsmacht opriep tot de Kruistocht tegen het Bolsjewisme. Geïnspireerd door zijn haat voor het communisme meldde Sassen zich aan als Nederlandse oorlogsreporter. Deze haat voor 30 het communisme wijdde hij aan zijn Rooms-katholieke opvoeding. Immers, het communisme was een ware bedreiging voor het geloof. Belangrijk is wel dat gesteld wordt dat dit de woorden waren van Sassen in een ondervraging na de oorlog. Vastzittend in Fort Blauwkapel gaf hij zijn anti-communistische houding als reden op voor zijn collaboratie. Sassen moet hiermee de tijdgeest haarscherp hebben aangevoeld. Het anti-communistische gedachtegoed overheerste per slot van rekening in West-Europa na de Tweede Wereldoorlog. Een derde motief tot collaboratie was het opportunisme. Zo groeide het ledenaantal van de NSB alleen al na mei 1940 tot het dubbele dan dat was voor de Duitse inval. Het lidmaatschap bood enkele voordelen, zo mochten NSB-leden hun fietsen houden en kregen ze extra voedselbonnen. In dit opzicht past Sassen senior in dit verhaal, zijn zoon Willem ging als oorlogsreporter naar het Oostfront waardoor hij extra voedselbonnen kreeg. Sassen senior was zo n meikever, een NSB-lid die lid werd na mei 1940. Maar ook zijn zoon, Willem Sassen was een opportunist, niet alleen in de oorlog, ook in de periode na de oorlog. De pragmatisch ingestelde Willem Sassen was altijd opzoek naar het snel verdiende geld. Zijn vele talenten en bijna onwaarschijnlijke verhalen maken hem tot één van de meest excentrieke Nederlanders van de twintigste eeuw. De welbespraakte Willem Sassen was een zeer unieke collaborateur.

GERAADPLEEGDE LITERATUUR EN GEDRUKTE BRONNEN Geraadpleegde literatuur Abma, G, Tussen goed en fout: nieuwe gezichtspunten in de geschiedschrijving 1940-1945. Franeker: Wever, 1986. Arendt, H, Eichmann in Jerusalem: A report of the banality of evil. Londen: Faber en Faber, 1963. Armando & Sleutelaar, H, De SS ers: Nederlandse vrijwilligers in de Tweede Wereldoorlog. Amsterdam: de Bezige Bij, 1978. Belinfante, A.D., In plaats van bijltjesdag: de geschiedenis van de bijzondere rechtspleging na de Tweede Wereldoorlog. Assen: Van Gorcum, 1978. Blom, J.H.C., In de ban van goed en fout: Geschiedschrijving over de bezettingstijd in Nederland. Amsterdam: Boom, 2007. Cesarani, D, Becoming Eichmann: Rethinking the life, crimes, and trial of a desk murderer. Boston: Da Capop Press, 2004. Damsma, J. en Schumacher, E, De strijd om Amsterdam: Een nieuwe benadering in het onderzoek naar de NSB. Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 124, no. 3 (2009): 329-348. Eerenbeemt, H.F.J.M. van den, Slotbeschouwing: Drijvende krachten in de samenleving. In: Geschiedenis van Noord-Brabant; Deel II: emancipatie en industrialisering 1890-1945. Amserdam: Boom, 2001. Giefer, R, Die Rattenlinie: Fluchtwege der Nazis eine dokumentation. Frankfurt am Main: Hain, 1991. Goñi, U, The Real Odessa: How Perón brought the Nazi war criminals to Argentina. Londen: Granta Books, 2002. Grevers, H, Enkel en alleen in dit geval: Pleidooien voor de vrijlating van voormalig collaborateurs na de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 124, no. 3 (2009): 368-389. Groen, K, Landverraad: de berechting van collaborateurs in Nederland. Weesp: Fibulavan Dishoeck, 1984. Groeneveld, G, Kriegsberichter: Nederlandse SS-oorlogsverslaggevers 1941-1945. Nijmegen: Vantilt, 2004. Groeneveld, G, Zwaard van de geest: Het bruine boek in Nederland 1921-1945. Nijmegen: Vantilt, 2001. Harel, I, Operatie Eichmann. Amsterdam: Keesing BV, 1975.

Hereth, M, Der Fall Rudel oder die hoffähigkeit der Nazi-diktatur: Protokoll einder Budestagsdebatte. Hamburg: Rowolht, 1977. Van der Heijden, C, Grijs verleden: Nederland en de Tweede Wereldoorlog. Amsterdam: Contact, 2001. Hofman, J, De collaborateur: een sociaal-psychologisch onderzoek naar misdadig gedrag in dienst van de Duitse bezetter. Amsterdam: Boom, 1981. Houwink ten Cate, J.Th.M., Fout: getuigenissen van NSB'ers. Den Haag: SDU uitgeverij koninginnegracht, 1992. Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Delen 1-12. Den Haag: SDU Uitgeverij, 1969-1994. Kampman, D, Kritische beschouwingen over collaboratie: stereotypering van de NSB. Assen: van Gorcum, 2011. Kooy, G. A., Het echec van een "volkse" beweging : nazificatie en denazificatie in Nederland 1931-1945. Utecht: Hes, 1982. Kossmann, E.H., De Lage Landen: 1780-1980. 2 delen. Amsterdam: Agon, 1986. Lauryssens, S, De Eichmann-erfenis. Brussel: Manteau, 1976. Lauryssens, S, De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann. Leuven: van Halewyck, 1998. Meding, H.M., Flucht vor Nürnberg?: Deutsche en Österreichische einwanderung in Argentinien 1945-1955. Köln: Böhlau Verlag, 1992. Mulisch, H, De zaak 40/61: een reportage. Amsterdam: de Bezige Bij, 1988. Noorlag, A, Een leven lang gezwegen: getuignissen van voormalige NSB ers en hun familie. Bedum: Profiel, 2007. Pam, M, De onderzoekers van de oorlog: het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie en het werk van dr. L. de Jong. Den Haag: SDU Uitgeverij, 1989. Pierik, P, Van Leningrad tot Berlijn: Nederlandse vrijwilligers in dienst van de Duitse Waffen-SS 1941-1945. Nieuwegein: Aspekt, 1995. Reynolds, Q, Minister of Death: The Adolph Eichmann story. Londen: Viking, 1961. Romijn, P, Snel, Streng en rechtvaardig: politiek beleid inzake de bestraffing en reclassering van 'foute' Nederlanders, 1945-1955. Houten: De Haan, 1989. Schellenberg, W, The Schellenberg memoires. Londen: André Deutsch, 1956. Schippers, H, Zwart en Nationaal Front: atijns geori nteerd rechts-radicalisme in Nederland (1922-1946). Amsterdam: Stichting Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, 1986. Schneppen, H, Odessa: Vom Mythos zur Entmythisierung. In Argentinien und das Dritte Reich: Mediale und reale Präsenz, ideologietransfer, folgewirkungen. Berlijn: Wissenschaftlicher Verlag, 2008.

Sereny, G, Into that darkness: from mercy killing to mass murder. Londen: André Deutsch, 1974. Stangneth, B, Eichmann in Argentinië: Het onbezorgde leven van een oorlogsmisdadiger. Zutphen: Drukkerij Koninklijke Wöhrmann, 2012. Veld, N.K.C.A. in t, De SS en Nederland. Amsterdam: Sijthoff, 1987. Vos, R, Niet voor publicatie: de legale Nederlandse pers tijdens de Duitse bezetting. Amsterdam: Sijthoff, 1988. Walters, G, Hunting evil: How the Nazi War Criminals escaped and the hunt to bring them to Justice. Londen: Bantam Books,2009. Wiesenthal, S, Moordenaars onder ons. Parijs: Opera Mundi, 1966. Wojak, I, Eichmanns Memoiren: Ein kritischer essay. Frankfurt: Campus Verlag, 2001. Wolf, M, Het geheim van de Telegraaf: Geschiedenis van een krant. Amsterdam: Boom, 2009. Wolfswinkel, R, Tussen landverraad en vaderlandsliefde: De collaboratie in naoorlogs proza. Amsterdam: Amsterdam University Press. Zee, S. van der, Voor Führer, Volk en Vaderland: de SS in Nederland, Nederland in de SS. Den Haag: Kruseman s uitgeversmaatschappij, 1975. Primaire bronnen Schipper, P. de, SS-verslaggever uit Geertruidenberg. BN/DeStem, 29 januari 2005. Is deze schrijver Nederlander? Het Vrije Volk. 23-11-1960, pagina 15. Sassen, W, WAT GEVANGENEN VERTELLEN... Willen onze vrouwen en meisjes daar eens aan denken? In: Het Volk. 10 april 1942. Zie ook de tekst online: http://resources2.kb.nl/010310000/articletext/010311148/ddd_010311148_0015_articlet ext.xml

GERAADPLEEGDE ARCHIEVEN Brabants Historisch informatie Centrum (BHIC) Collectie Veghel, inventarisnummer 7770. Documentatie Veghel, inventarisnummer 1569. Zwart Front, inventarisnummer 34. Nationaal Archief (NA) Ambassade van Argentinië, toegangsnummer 2.05.158, inventarisnummer 69. Bureau Nationale Veiligheid, toegansnummer 2.04.80, inventarisnummer 3217. Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, toegangsnummer 2.09.09, inventarisnummer 31614. Ministerie van Justitie, oorlogsmisdadigers, toegangsnummer 2.09.106, inventarisnummer 266. Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) Knipselcollectie Sassen: KBI5993. Knipselcollectie Eichmann: KBI1983A. Knipselcollectie Nazi s in Zuid Amerika: KBII1279. Regionaal Archief Tilburg (RAT) Huwelijksakte Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen en Johanna Magaretha Maria van Bavel. Regionaal Archief Tilburg (RAT), Huwelijksakten Geertruidenberg 1910, akte nr. 6.

  1. Grevers, H, “Enkel en alleen in dit geval: Pleidooien voor de vrijlating van voormalig collaborateurs na de Tweede Wereldoorlog in Nederland”. Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 124, no. 3 (2009): 368-389.
  2. Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Deel 12 eerste helft. (Den Haag: SDU Uitgeverij, 1969-1994), 518.
  3. Grevers, H, “Enkel en alleen in dit geval”, 370.
  4. Belinfante, A.D., In plaats van bijltjesdag: de geschiedenis van de bijzondere rechtspleging na de Tweede Wereldoorlog. (Assen: Van Gorcum, 1978), 1.
  5. Wolfswinkel, R, Tussen landverraad en vaderlandsliefde: De collaboratie in naoorlogs proza. (Amsterdam: Amsterdam University Press), 53.
  6. Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Delen 1-12. (Den Haag: SDU Uitgeverij, 1969-1994).
  7. Blom, J.C.H., In de ban van goed en fout? : wetenschappelijke geschiedschrijving over de bezettingstijd in Nederland. (Bergen: Octavo, 1983).
  8. Blom, J.H.C., In de ban van goed en fout: Geschiedschrijving over de bezettingstijd in Nederland. (Amsterdam: Boom, 2007), 12.
  9. Blom, J.H.C., In de ban van goed en fout: Geschiedschrijving over de bezettingstijd in Nederland. (Amsterdam: Boom, 2007), 9-25.
  10. Blom, J.H.C., In de ban van goed en fout?, 25.
  11. Zie onder andere Groen; Landverraad (1984). Hofman; de collaborateur (1981). Houwink ten Cate; FOUT (1992). Kampman; Kritische beschouwingen over collaboratie (2011).Noorlag; Een leven lang gezwegen (2007). Romijn; Snel, streng en rechtvaardig (1989). Wolfswinkel; Tussen landsverraad en vaderlandsliefde (1994).
  12. Grevers, H, “Enkel en alleen in dit geval: Pleidooien voor de vrijlating van voormalig collaborateurs na de Tweede Wereldoorlog in Nederland”. Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 124, no. 3 (2009): 368-389.
  13. Sassen wordt als een beruchte en foute Nederlander gezien tijdens het Eichmann-proces. Zo schrijft het Vrije Volk op 23 november 1960: “Sassen had een beruchte naam in de oorlog door zijn lidmaatschap van de SS en zijn stroom van publikaties in alle mogelijke nationaal-socialistische organen.”
  14. Pam, M, De onderzoekers van de oorlog: het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie en het werk van dr. L. de Jong. (Den Haag: SDU Uitgeverij, 1989), 30.
  15. Hofman, J, De collaborateur: een sociaal-psychologisch onderzoek naar misdadig gedrag in dienst van de Duitse bezetter. (Amsterdam: Boom, 1981).
  16. Damsma, J. en Schumacher, E, “De strijd om Amsterdam: Een nieuwe benadering in het onderzoek naar de NSB.” Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 124, no. 3 (2009): 329-348.
  17. Van der Heijden, C, Grijs verleden: Nederland en de Tweede Wereldoorlog. (Amsterdam: Contact, 2001), 210.
  18. Kooy, G.A., Het echec van een
  19. Hofman, J, De collaborateur, 146.
  20. Pierik, P, Van Leningrad tot Berlijn: Nederlandse vrijwilligers in dienst van de Duitse Waffen-SS 1941-1945. (Nieuwegein: Aspekt, 1995), 82.
  21. Zee, S. van der, Voor Führer, Volk en Vaderland: de SS in Nederland, Nederland in de SS. (Den Haag: Kruseman’s uitgeversmaatschappij, 1975), 133.
  22. Zee, S. van der, Voor Führer, Volk en Vaderland: de SS in Nederland, Nederland in de SS. (Den Haag: Kruseman’s uitgeversmaatschappij, 1975), 138.
  23. Groeneveld, G, Zwaard van de geest: Het bruine boek in Nederland 1921-1945. (Nijmegen: Vantilt, 2001), 31.
  24. Van der zee, Voor Führer, Volk en Vaderland, 138
  25. Zie voor het verhaal hoe een Drentse boerenzoon bij de Waffen-SS en NSB kwam: Rözer, M, “Hoe de keeper van Titan bij de Waffen SS kwam”, Hard Gras no. 65 (april 2009).
  26. Van der zee, Voor Führer, Volk en Vaderland, 138.
  27. Pierik,P, Van Leningrad tot Berlijn, 78.
  28. Hofman, De collaborateur, 46.
  29. Veld, N.K.C.A. in ’t, De SS en Nederland. (Amsterdam: Sijthoff, 1987), 406.
  30. De woorden van generaal Seyffardt van de Waffen-SS in een interview met het NSB-weekblad Volk en Vaderland. In: Van der zee, Voor Führer, Volk en Vaderland, 133.
  31. Kossmann, E.H., De Lage Landen: 1780-1980. 2 delen. (Amsterdam:Agon, 1986), 157.
  32. Romijn, P, Snel, streng en rechtvaardig: Politiek beleid inzake de bestraffing en reclassering van ‘foute’ Nederlanders 1945-1955. (Rheden: de Haan, 1989), 31.
  33. Pam, De onderzoekers van de oorlog, 30.
  34. Hofman, De collaborateur, 59.
  35. Hofman, De collaborateur, 55.
  36. Huwelijksakte Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen en Johanna Magaretha Maria van Bavel. Regionaal Archief Tilburg (RAT), Huwelijksakten Geertruidenberg 1910, akte nr. 6.
  37. Proces verbaal Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen, 3 juli 1946. Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), inventaris nr. 7770 Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2.
  38. Schipper, P. de, SS-verslaggever uit Geertruidenberg. BN/DeStem, 29 januari 2005.
  39. Schipper, P. de, SS-verslaggever uit Geertruidenberg. BN/DeStem, 29 januari 2005.
  40. Eerenbeemt, H.F.J.M. van den, Slotbeschouwing: Drijvende krachten in de samenleving. In: Geschiedenis van Noord-Brabant; Deel II: emancipatie en industrialisering 1890-1945. (Amserdam: Boom, 2001), 429.
  41. Schippers, H, Zwart en Nationaal Front: Latijns georiënteerd rechts-radicalisme in Nederland 1922-1946. (Zeist: Vonk B.V., 1986), 69.
  42. Schippers, H, Zwart en Nationaal Front: Latijns georiënteerd rechts-radicalisme in Nederland 1922-1946. (Zeist: Vonk B.V., 1986),
  43. Proces verbaal Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen, 27 mei 1946. BHIC, inventaris nr. 7770 Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2.
  44. Proces verbaal Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen, 27 mei 1946. BHIC, inventaris nr. 7770 Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2.
  45. Proces verbaal Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen, 27 mei 1946. BHIC, inventaris nr. 7770 Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2.
  46. Proces verbaal Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen, 27 mei 1946. BHIC, inventaris nr. 7770 Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2.
  47. Proces verbaal Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen, 3 juli 1946. Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), inventaris nr. 7770 Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2.
  48. Proces verbal Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen, 27 mei 1946. BHIC, inventaris nr. 7770 Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2.
  49. Proces verbal Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen, 27 mei 1946. BHIC, inventaris nr. 7770 Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2.
  50. Getuigeverklaring van Fransicus Hendrikus van Lith in: Proces verbaal Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen, 23 mei 1946. BHIC, inventaris nr. 7770 Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2.
  51. Anonieme brief; Aan den ‘landverrader’ Burgervader Sassen, 1 juli 1944. BHIC, inventaris nr. 1569 Documentatie Veghel, akte nr. 0662.
  52. Uitspraak van het tribunaal voor het arrondissement te Breda inzake Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen. 27 mei 1947. BHIC, inventaris nr. 7770 Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2.
  53. Besluit inzake Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen. 13 november 1948. BHIC, inventaris nr. 7770 Collectie Veghel, akte nr. 239 xl2.
  54. Bidprentje Jan Coenraad Hubert Marie Willem Sassen. 27 januari 1962. BHIC, inventaris nr. 1569 Documentatie Veghel, akte nr. 0662.
  55. Verhoor van Willem Sassen op 20 juli 1946 te Brussel. Nationaal Archief (NA), Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), toegangsnr. 20909, inventaris nr. 31614.
  56. Verhoor van Willem Sassen op 20 juli 1946 te Brussel. Nationaal Archief (NA), Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), toegangsnr. 20909, inventaris nr. 31614.
  57. Verhoor van Willem Sassen op 20 juli 1946 te Brussel. Nationaal Archief (NA), Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), toegangsnr. 20909, inventaris nr. 31614.
  58. Verhoor van Willem Sassen op 20 juli 1946 te Brussel. Nationaal Archief (NA), Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), toegangsnr. 20909, inventaris nr. 31614.
  59. Groeneveld, G, Kriegsberichter: Nederlandse SS-oorlogsverslaggevers 1941-1945. (Nijmegen: Vantilt, 2004), 357.
  60. Groeneveld, G, Kriegsberichter: Nederlandse SS-oorlogsverslaggevers 1941-1945. (Nijmegen: Vantilt, 2004), 357.
  61. Ondervraging Willem Sassen op 10 en 11 juli 1945 door M.C. Charles. NA, Bureau Nationale Veiligheid (BNV), toegangsnr. 20480, inventaris nr. 3217.