De letter R

Uit Stamboomboek Raamsdonk
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Woord Betekenis Uitleg
raije (zitten raije) met stoel op 2 poten wippen Hai rait um
raif hark  
raile bibberen  
raogesbol / raovesbol ragebol  
raom maoken (nun) vallen / opzij springen            Hai moest nun roam maoke aanders was ie gevallen         
rammelkast oude fiets die rammelt  
rampelesaant plaatsvervanger (militaire)  
rappelement berisping / uitbrander  
rasseldas slordig iemand  
rattestèèrt ronde vijl  
ravaozie troep / puinhoop / chaos Hai liet un ravaozie achter
rebbele kletsen / vlug praten  
rechtendùr(deur) direct / rechtdoor Hai zeej ut rechtendùr
reepaovend vrijersavond  
reepen hoepelen  
rèffel (oep de) weg zijn Ies ze wir oep de reffel?
rèffel(en) rafel(en)  
règer reiger  
rèk (in brood) brood is door bewaren slap Meestal bij de mensen in de Biesbosch
rèngele regenen  
rèttele winden laten  
          rimmetiek / rummetiek           reumatiek  
rinneweere kapot maken Ben de boel wir aon ut rinneweere
roei oppervlakte maat / gordijnrail / strafwerktuig  
roemele (’t roemelt) onweer in de verte / rommelen / zoeken tussen spullen Hai ies in ut schurke aon ut roemele.
roempsloemp rompslomp  
rofke wondkorstje  
roggel hoeveelheid snot  
roggele niet beleefd snot ophalen  
roime opruimen Ze ies wir aon ut roime.
roise wrijven  
(af)roise met de hand stof wegvegen Hai roist ur even laangst.
ronddrètse doelloos rondlopen  
rotjoeng akelige kinderen  
rotsakkerij           iets wat tegen staat / waardeloze spullen / ondeugd uithalen            
rouwraandjes vieze nagels  
rouweschoefel onbehouwen persoon  
rouze te keer gaan  
rozenhoeike bidde rozenkransgebed  
     
ruster rooster voor vegen van voeten / rooster voor ventilatie  
ruuraizer koffielepeltje  
  Uitdrukkingen en begrippen  
Hai rait um Hij is boos