De letter B

Uit Stamboomboek Raamsdonk
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Woord Betekenis Uitleg
aawe prakken van het eten
adhandschoentje washandje
addere rondspatten/zittend in het water spelen
(n’n) badraof een deugniet
ainen binden
aidehaand bijdehand
bakkelaaije bakkeleien
bakkes gezicht Kèk mar oit aanders slaotie oe noeg meej de kloemp oep oew bakkes
bakkesvol grote toffee, zwart en wit van kleur
bakske bakje/kopje koffie of thee
bakskestaid tijd voor een kopje koffie of thee
balscheut een klein eindje Dè leet hier mar nun balscheut vandaon
bammeke boterham
bangighèd angst
baok pit uit kers, pruim of perzik Tot in de proimetaid dan kende baoken slikken
(un ouwe) baoker Kletskous
baokere kletsen/het verzorgen van moeder en kind bij de geboorte
baol jute zak
baomes najaarsweer
baone sneeuwvegen/sneeuw vrijhouden
baos man/echtgenoot/baas
bast buik
bats hele hoop/veel/grote schop
bazeroen/boezeroen bloes/kiel/overhemd
beddegeriëf beddegoed
beddetaik overtrek om de bultzak
bedicht kort op elkaar/op korte afstand Die paolen staan erg bedicht
bedeeme/bedeene dadelijk Hai komt zo bedeene
bedörreve verwend/moeilijk handelbaar/rot van voedsel Dè joeng is tot in de grond bedörreve
bèèr gier/vloeibare mest
bèère gieren/gierput leeghalen
beevert bedevaart
begaoi bagage
begaoije iets apart doen/jezelf bezeren/verprutsen Hai is ’t wir aon begaoije
begaoijng onoverzichtelijke toestand
begaoziedraoger bagagedrager
bekaant/bekaanst bijna
belaoitafeld betoeterd Bende belaoitaofeld
bels Belg/België
bende benukt ben je nu helemaal betoeterd
bennewaogen kinderwagen
beschandelizeere beschadigen
beschete beroerd
beschùtje geeve kinknijpen(plagend)
beslag beroerte
besniete bezuren
bessem bezem
bestoite prijzen Ge moet hum we méér bestoite , dieje prul
betèds bijtijds/op tijd We gaon bèteds weg, aanders komen we wir te laot.
betroeke weer met wolken bedekt
bewaorschool kleuterschool
bezaije naast Dè leet bezaije ut hois
bezjoêr gegroet/hallo
bierke biertje/pilsje
bietsen stelen
billetikker lange jas met split/jas van het jacquet
blaoijer bladeren
blèèk grasveldje waarop wasgoed te drogen werd gelegd
blèn/blain blaar/balein
blère huilen/schreeuwen
blète huilen/schreeuwen
blèterd huilend kind
bleeze Boontjes of peulen van draadjes ontdoen
blinde vensters/luiken voor de ramen
bloeije bloeden
bloeike hulpeloos kind/welvarend uitziend persoon
blubber modder
bluster blazen op/van de verf
boebels bulten
boebere mokken Wè bende toch un ongezellige boeberkont
boembakkes masker
boengs harde klap/bons
boenk grote wolk/iets anders met grote afmetingen Er komen boenken aon de loecht, ’t kan wellens gaon rengelen
boerentoppenstaamp boerenkoolstamppot
boeretuile duizendschoon (bloem)
boeseroen werkbloes
boil/boiltje papieren zak(je)
boiseme stinken op de wc
boitendeks buitendijks
boitenlaangs buiten om het huis heen
boitenoem buiten om het huis heen / op het Sandoel buiten om langs de huidige Karthuizerstraat
boijum bodem
boitejaoge wegsturen
bonkert korte dikke jas
boovemister hoofd van de school
bot geeve touw vieren/lengte geven
botnellûs Lomperik
botter boter
bottervlot botervloot
braandverasseraosie brandverzekering
brak(ske) klein kind
bram baby/kind dat nogal groot en zwaar is
braoi dik achterwerk
braoike opgewarmde overschot van eten
brillejood scheldnaam voor brildrager
broebele luchtbellen in een vloeistof
broebels zweet op het voorhoofd Na dè werk had ie de broebels op de kop
broeklope spel (iemand bij de broek- naad optillen en vooruitduwen)
broekpin/broekjaonus opschepper
broekschaiter bangerik
broerdighèd balorigheid
broerling deugniet
broinbakker deugniet
brok/brokske snoepje
bronolie petroleum Un bronoliestel meej vier pieten
broojke broodje
brulle huilen
brullert huilend kind
bruur broer
bukkum bokking/panharing
bukzuut (fruit) valplak/overrijp
bulle lompen
bullejood iemand die lompen ophaalt/slordig met zijn kleding zijn
bultzak bed/zak gevuld met stro of kaf
bussel bundel
buts deuk/kuil in de weg Dur de val kwaam ‘r nun buts in buske
buurte op bezoek gaan/praatje maken
Uitdrukkingen en begrippen Gebruik Betekenis
blauwe mondag Unne blauwe maandag houwen Niet werken , maar in het café drinken.
brook Iek docht dek brook Ontzettend lachen
benukt Zaide benukt Ben je gek geworden