1940-1945; Het Verzet

Uit Stamboomboek Raamsdonk
Versie door Colani (overleg | bijdragen) op 4 mei 2022 om 06:54
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


EERBETOON AAN ILLEGALE WERKERS IN DE GEMEENTE RAAMSDONK TIJDENS WOII[bewerken]

Na de oorlog schreef L. Molewijk, destijds wonend in de Julianalaan nr. 91 en zelf lid van het verzet tijdens WOII een eerbetoon aan de Oud Illegale Werkers in de gemeente Raamsdonk in de vorm van een A-B-C:

A. Dat was Andries, de stille held. Hij is gevallen zij het niet door geweld.
B. Dat was Bosch, hij verborg piloten menig keer. Ook hij ontbreekt in ons midden en is niet meer.
B. Is ook Bink, een boer die niet zwart deed, maar wel voor onderduikers dik spek sneed.
B. Is ook Bontje, zijn voornaam is Lies, de trouwe helper van broeder Andries.
C. Is het Concentratiekamp, een gruweloord. Informeer daarvoor bij Van Amelsfoort
D. Is Dijkers, de vervalscher van het P.B. Hij kon goochelen en scharrelen daarmee.
E. Is ’t spreekwoord “Eendracht maakt macht”. Dat dit nog bestond heeft geen mof ooit verwacht.
F. Is het fonds, gesticht door de G.O.I.W. Raamsdonk hielp met vijftien duizend pop daaraan mee.
G. Is het geld van de zwarte pieten. Lieftinck verklaarde het tot nieten.
H. Is Hageman, Karel’s buur. Zijn deur stond open op ieder uur.
I. Dat ben ik, wat ik deed ben ik vergeten. Ik meen: ’t was iets in verband met het eten.
J. Is Janny, een koerierster van het goede soort; was ook de leidster van de meisjes “Zuid helpt Noord”.
J. Is ook Johan de Jong, de grossier zoo gij weet ’t was al sabotage hetgeen hij steeds deed.
K. Dat is Karel, de kerel van de kwast. Hij bezorgde de S.D. en consorten veel last.
M. Dat is “Marie” met Tante erbij, geen onbekende voor u en voor mij. Haar huis stond voor samenkomst steeds open, terwijl men er ook veel “ondergrondsch” kon kopen.
O. Is van Oort, de man met veel haar , Voor ondergrondsch werk stond hij steeds klaar.
P. Is de politieman Moore, hij poetste de plaat op het juiste moment. Het was toen nog niet te laat.
Q. Is de quantiteit aan distributiebonnen, door de knokploeg gestolen uit diverse bronnen.
T. Is ’t Tribunaal, het domein van Karel moet gij weten; heeft men daar de doofpotten inderdaad vergeten?
V. Is ’t verzet, door ons allen gegeven, helaas voor velen ten koste van ’t leven.
W. Is Wieringa, een veelzijdig man. Hij paste linie crossers een warm broekje an. Drie weken zat hij te Breda in arrest. Hij kwam toen los en deed weer vrolijk zijn best.
W. Is ook Weda, de man van de Juin. Hij leidde de moffen steeds om de tuin.
W. Is ook dr. v.d. Werf, die zorgde voor centen. hij maakte ze los, zonder beding van rente.
Z. Is Van der Zalm, een koerier van stavast. Stüfsand had hem een paar dagen te gast. Hij zweeg toen het moest en verweerde zich puik. Zijn vrijheid gaf “Fischer” een gat in zijn buik.
Z. Is ook de zege, de kroon op ons werk. De band met Oranje maakte ons sterk. De strijd is geleden, het leed is voorbij. We kunnen nu juichen want Holland is vrij.

_____________

Andries: Andries de Bont Raamsdonk
Bosch: arts te Raamsdonksveer
P.B.: Persoonsbewijs
G.O.I.W.: Gemeenschap Oud Illegale Werkers Nederland
Janny: Janny Ribbens
Karel: Schuilnaam voor Jacob Koster
Tante Marie: Schuilnaam voor Jaantje van Dongen
Moore: politieman Van der Mooren (in de volksmond “de Moor”)
Stüfsand: werkkamp in Drente nabij de plaats Stuifzand

Algemeen[bewerken]

Ter verduidelijking volgen hieronder een aantal afkortingen van verzetsorganisaties:

LO Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers. Nederlandse verzetsbeweging tussen medio 1942 en mei 1945. Deze organisatie kwam in 1943 pas goed van de grond.

LKP Landelijke KnokPloeg. Speciale tak van de LO die bijv. van tijd tot tijd distributiekantoren van bonkaarten moesten overvallen. Zij bereidden deze overvallen voor en voerden ze uit.

BS (Nederlandse) Binnenlandse Strijdkrachten. Een in september 1944 officieel opgezette bundeling van de tot dan toe weinig samenwerkende verzetsgroepen.

Algemene info (bron: [www.lo-lkp.nl])

Vanaf mei 1940 is ook in Noord-Brabant verzet aanwezig geweest. Het eerste verzet droeg een ander karakter dan het latere grote en georganiseerde verzet. Dit eerste verzet was er een van enkelingen of van zeer kleine groepen; systeem en doelmatigheid waren nog ver te zoeken. Het verzet in Brabant neemt in de tweede helft van 1942 en de eerste helft van 1943 vastere vormen aan. Het verzetsmotief wordt niet de haat tegen de Duitser, maar de belofte om hulp te bieden aan de verdrukte medemens. Midden ’43 komt een grote stroom van onderduikers op gang als gevolg van de maatregelen van de Duitsers in het voorjaar 1943: arbeidsdienstplicht, razzia’s, terugvoering in krijgsgevangenschap en de totale arbeidsinzet van mannen van 18-35 jaar. Men zoekt in de Langstraat afzetgebied voor onderduikers; er wordt op aangedrongen om in Brabant de organisatie hiervan ter hand te nemen. Een aantal relaties (1x uit Rotterdam, 2x Klundert, 2x Tilburg, 1x Bergen op Zoom en 1x Raamsdonksveer) slaan eind juni spijkers met koppen. Men pakt de kaart erbij en begint met een indeling in districten, waarbij Jacob Koster de leiding krijgt over district Raamsdonksveer, regio West-Brabant.

Gereformeerden waren de trekkers in het verzet. Gezien de aard van de samenstelling van de bevolking in Brabant, wilde de Gereformeerde leiding van de LO in Brabant-West z.s.m. Rooms Katholieke medewerkers en verzetsgroepen aantrekken. Veel kapelaans werden een belangrijke steun voor de LO in de verschillende plaatsen.

In de Langstraat begon men met het helpen van Joden uit de Langstraat, eerst over de grens, later door hen te laten onderduiken. Daarnaast was er het transport van opgevangen en ondergebrachte piloten (in totaal 176). Brabant-West was eind ’43 goed georganiseerd. De volgende districten waren gevormd: Tilburg, Breda, Roosendaal, Bergen op Zoom, Klundert, Raamsdonksveer, Gilze, Sprang-Capelle, Waalwijk en Heusden en Altena. Een aantal districtsleiders kwamen iedere week in Raamsdonk bijeen. De meeste districtsleiders kwamen eenmaal in de week naar Breda, of zij stuurden koeriers.

Het district Heusden en Altena en spoedig daarop ook de districten Sprang-Capelle, Raamsdonksveer en Gilze, hebben zich na de zomer ’44 intensief beziggehouden met het crossingswerk, dat begon via het land van Heusden en Altena en later verplaatst werd naar de westelijker gelegen routes. Om een indruk te geven van de omvang van het werk: medio ’44 verspreidde Brabant-West 5.000 bonkaarten – buiten de op valse inlegvellen verkregene - onder de onderduikers.

Cor van der Hooft, grenscommies in Chaam, had in eerste instantie een verzetsgroep die Franse krijgsgevangenen en Joden over de grens hielp. Omdat zijn vrouw uit Renkum kwam, had hij daar contacten met de LO, waardoor vele Joden geplaatst zijn. In oktober 1943 nam Cor de leiding van de LO in Breda op zich en werd er districtsleider. Hij trok in bij “Ma” in de Spoorstraat in Breda. Een adres, dat vermaard is geworden voor de LO van Brabant-West. In juli 1944 werd Cor gekozen tot gewestelijk leider LO Brabant-West. Na de oorlog werd hij chef van de politieke recherche van de Binnenlandse Strijdkrachten en belast met de opsporing van politieke verdachten. In 1949 werd hij benoemd tot burgemeester van Willemstad. Vervolgens was hij van 1958 tot 1975 burgemeester van Waddinxveen.

Cor Hageman werkte als koerier voor Cor van der Hooft. Cor Hageman is na het afronden van een koeriersdienst en een bezoek aan zijn ouders aan de Keizersdijk 73 te Raamsdonksveer door een Duitse soldaat in zijn rug geschoten en een aantal dagen later in het ziekenhuis van Raamsdonksveer overleden.

O.I.W. (Oud-Illegale Werkers)[bewerken]

Het “Jaarboek De Oranjeboom 47 (1994)” geeft aan dat G.O.I.W.N. staat voor “Gemeenschap Oud-Illegale Werkers Nederland”. In de GOIWN werden na de oorlog oud-verzetsmensen gebundeld die erop tegen waren dat ‘oude’ burgerlijke gezagsdragers hun plaatsen weer innamen en nauwelijks serieus werk maakten van de zuivering van het ambtenarenapparaat en de politie. In Breda werd in november 1944 begonnen met het organiseren van een district van die GOIWN. Dat gebeurde onder leiding van C.A. van der Hooft. Na de bevrijding was het zijn ideaal om de GOIWN groot te maken, om de voormalige illegalen in te schakelen bij zuivering, berechting en wederopbouw, om ontsporingen te voorkomen en om hen bij de terugkeer naar de burgermaatschappij te helpen. In februari 1945 waren in het district 28 kringen georganiseerd, waarvan een in Raamsdonksveer. Jacob Koster was bestuurslid.

Header-01.jpg
Heeft u aanvullingen of wijzigingen bij dit artikel? info@stamboomboek.nl