Wie betaalt de rekening?

Uit Stamboomboek Raamsdonk
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het nationale dagblad: voor het Nederlandsche volk 21 juni 1944 Wim Sassen

NEDERLANDSCHE VRIJWILLIGERS ALS MENSCHENREDDERS (SS-P.K.-bericht)

AAL en mistig priemt de morgenzon met zwakke stralen over het wijde Normandische landschap, dat voor ons ligt. In de verte is het machtige gebrul van scheepsgeschut, vóór ons het taktakken der vijandelijke machinegeweren, tusschendoor scheurt het scherpe harde knallen der granaten. parachutisten hebben inderhaast een loopgraaf verder uitgebouwd en zich daarin genesteld. Wij moeten ze er uit werpen. Zij weren zich taai en verbeten, wij ook. Langzaam komen we vooruit. Een oorverdoovend lawaai. Tan opeens stille, dwaas-vreemde stilte, zooals zij zoo dikwijls op het slagveld onverwacht opschieten kan, als een eenzame bloem op een oude puinhoop. En ln deze stilte hooren we een zacht kermen. Het komt uit de richting van een klein, kapotgeschoten boerderijtje.

Voor het eerst in mijn leven weet ik niet of dit het kermen van een mensch of een dier i is.... Stilte. Weer dat kermen.. Dit keer nóg zachter, nóg bescheidener dan eerst. Jan, een Nederlandsche SS- man naast me, hard als staal geworden in den strijd in het Oosten, springt opeens op... loopt met groote passen over het brokje akker, dat onze loopgraaf van het boerderijtje scheidt. Hij begint te graven, wij kijken toe, in dekking, want het vijandelijke vuren begint weer en over ónze hoofden gieren de vijandelijke scheepsgranaten. Hij wenkt ons, en met ons drieën hebben we verder gegraven tusschen balken en puin. Vijf minuten, of een kwartier, totdat we wisten waar het kermen vandaan kwam. . Een meiske van een jaar of acht, beide armpjes en 'n beentje gebroken, het gezichtje vol bloed en in de donkere haren een verlepte roode strik, Door de loopgraaf heen brengt Jan haar naar achteren en vandaar haar het veldlazaret. '

Arm meiske, dat toch niets aan dien oorlog van groote menschen kan doen. Dat de rekening mag betalen voor de „bevrijding", die iemand achter een Londenschen microfoon met een aardappel-in-, de-keel-stem „de grootste militaire operatie der geschiedenis" noemt.

Arm meiske, één van ons heeft je naar achteren gedragen met je zware verwondingen. Meer konden we voor jou niet doen. Toch nog iets: enkele oogenbiikken daarna klinkt het signaal voor een stormaanval op de vijandeliike Iinies, en we zijn vooruit gestormd, feller en verbetener dan tevoren, al was het alleen maar om te verhinderen, ' dat ooit een Miepje Broerstra of een Ank Verheul of een Tineke Wichers bij ons daar in Holland dezelfde bevrijding zou moeten ondergaan:

SS WIM SASSEN