Steeds meer leken gaan in oude documenten op zoek naar hun voorouders, maar botsen hierbij op verouderd schrift en taalgebruik en in onbruik geraakte grammaticaregels. Dit boek biedt een eerste hulp bij het lezen van zulke oude teksten. Eerst toont het hoe de oude schrijfwijze van de letters kan afwijken van de huidige en belicht het de typische kenmerken van de vroegere Nederlandse spelling. Ook aparte leestekens, de wijze van afkorten en het weergeven van getallen worden toegelicht. Vervolgens past de auteur dit alles toe op oefenteksten in oplopende moeilijkheidsgraad en worden uitgebreide historische documenten die exemplarisch zijn voor verschillende genres behandeld. Veel voorkomende afkortingen staan in een apart hoofdstuk, samen met een eenvoudig glossarium met oude Nederlandse woorden, Latijnse formules en verlatiniseerde Nederlandse namen.

Dit boekje richt zich tot iedereen die zich met het schrift van vorige eeuwen vertrouwd wil maken. In een eerste deel gaat doctor in de Germaanse filologie P. Kempeneers dieper in op allerlei tekens en paleografische verschijnselen, die hij illustreert met zeer veel korte voorbeeldcitaten uit oude documenten. Daarnaast bevat het boek ook korte en lange oeftenteksten. Eerst krijg je een aantal Nederlandse en Latijnse fragmenten, die worden getranscribeerd, toegelicht en eventueel vertaald. Daarna komen de langere, uitsluitend Nederlandstalige teksten en een aantal volledige voorbeeldteksten die exemplarisch zijn voor verschillende genres. Het boek sluit af met een glossarium van Latijnse en oude Nederlandse woorden en afkortingen, en een bibliografie. Met dit boek kan men ongetwijfeld enig inzicht krijgen in oude teksten, vooral als het gaat om korte fragmenten waarvan men de inhoud al enigszins kent. Door de drukke bladspiegel is de lay-out wel een beetje onoverzichtelijk en ook de bewering dat men met deze beknopte inleiding "heel vlug de meeste teksten" zal begrijpen, lijkt wat overtrokken.