Categorie: Algemeen
Bewerkt door: Colani
Aantal pagina's: 376
Prijs: €67,99
ISBN: 9789057302800
Bibliotheek: Terry van Erp
Location: Algemeen
Jaar: 2004
N° catalog: TVE-0038
Link: Link
Opmerking: van Terry

Hits: 684

 5 / 1
SlechtGoed 

Review

Geschreven door Raamsdonks Historie

Een meter is honderd centimeter, een kilo duizend gram. Deze voor ons zo vanzelfsprekende Waarden kennen een lange historie. De uitgave 18 eeuwen meten en wegen in de Lage Landen beschrijft deze geschiedenis. Vanaf het begin van onze jaartelling tot aan het jaar 1820, toen Nederland het metrieke stelsel invoerde en een landelijke ijkorganisatie in het leven werd geroepen.
In 1809 zond de minister van Binnenlandse Zaken de plaatselijke overheden een enqu over de ijk van maten en gewichten en het toezicht hierop. Enige jaren geleden kwamen de resultaten van dit onderzoek weer boven water in het Rijksarchief. Deze ontdekking vormde de aanleiding voor 18 eeuwen meten en wegen in de Lage Landen. Auteur G. Nipper vulde de gevonden gegevens aan met informatie uit het Museum IJkwezen te Delft. Zo blijft dit boek niet beperkt tot de stand van zaken aan het begin van de 19e eeuw, maar komt bijvoorbeeld ook het Romeinse stelsel aan de orde. Naast een blik in de antieke wereld en de middeleeuwen geeft het boek vooral inzicht in de ontwikkelingen per provincie. Daarbij passeren natuurlijk ook de gilden en de waag, die bij de ijkwerkzaamheden een belangrijke rol speelden, de revue.
G. Nipper- jarenlang werkzaam bij het IJkwezen in Den Haag en Delft-heeft met dit boek een uniek en volledig naslagwerk afgeleverd over meten en wegen in onze contreien.

Ondertussen zijn er al wat aanvullingen en correcties, download: Nipper correcties.pdf

Dit boek behandelt het meten en wegen in de Lage Landen tot aan de invoering van het metrieke
stelsel in 1816. De aanleiding van de auteur om zich na zijn pensionering aan deze
geschiedschrijving te wijden was de ontdekking in het Nationaal Archief van een groot aantal
rapporten van de lokale overheden die de situatie beschreven van de ijk van maten en gewichten
omstreeks 1809. De auteur vond het bovendien nodig dat er een werk bestond dat aandacht
besteedt aan de wijze waarop de maten en gewichten in de Lage Landen zijn ingevoerd. Behalve
het Nationaal Archief bleek het Nmi Museum IJkwezen te Delft, dat over een unieke collectie
maten, gewichten en meetwerktuigen beschikte, een belangrijke informatiebron. ‘Beschikte’
in plaats van ‘beschikt’, want dit museum moest onder druk van bezuinigingen het veld ruimen,
welk feit achteraf voor de auteur een derde reden was om onderhavig werk te publiceren.
De aandacht van het boek is geconcentreerd op de Noordelijke Nederlanden en is als volgt

opgebouwd. Eerst is er een hoofdstuk over de Antieke Wereld waarin onder meer het oude
Egypte, Babylonië, Griekenland en Rome aan de orde komen en daarna een hoofdstuk over de
Middeleeuwen, waarin meerdere Europese landen de revue passeren. De rest van het boek is
niet meer chronologisch; elk hoofdstuk behandelt de periode van na de Middeleeuwen tot de
invoering van het metrieke stelsel. Voordat vanaf hoofdstuk 5 elke provincie apart wordt
besproken, zijn er twee hoofdstukken die daarop inleiden. Hoofdstuk 3 bespreekt de staatkundige
situatie en de handel en verder het fenomeen van de stad met diens gilden en wagen. Het vierde
hoofdstuk tracht dan een algemeen beeld te geven van de wijze waarop het toezicht op de
maten en gewichten was georganiseerd. In de hoofdstukken die aan een provincie zijn gewijd,
wordt steeds de kern gevormd door een opsomming van de maten en gewichten die in een
betreffende provincie — of in een stad daarbinnen of in een ander deel daarvan — werden
gebruikt. De metrieke waarde wordt met een zekere marge van nauwkeurigheid gegeven; er
wordt vermeld in welke onderdelen een dergelijke maat of dergelijk gewicht was verdeeld en
de bron die is gebruikt. Ook is er, voor zover mogelijk, een namenlijst van de ijkers met de
periode waarin zij hun functie uitoefenden. De verdere tekst dient om deze lijsten in hun context
te plaatsen: een korte geschiedenis van de betreffende provincie, de organisatie van het bestuur
en verdere relevante opmerkingen. Een laatste hoofdstuk is aan België gewijd.
Ik heb veel respect voor de kennis van de auteur over en proef zijn betrokkenheid bij de
vroegere maten en gewichten. Het is te merken dat hij in zijn werkzame leven met het ijkwezen
te maken heeft gehad. En dat het hem is tegengevallen hoeveel werk het schrijven van een
dergelijk precisiewerk was, kan ik me erg goed voorstellen. Hij heeft onschatbaar veel kennis
bij elkaar gebracht, waarvoor geldt dat, als hij die taak niet op zich had genomen, deze informatie,
tenminste gedeeltelijk, verloren zou zijn gegaan. Wanneer men nu in een oude tekst een
onbekende maat of achterhaald gewicht tegenkomt, dan kan het haast niet anders of in dit boek
is daarover meer te vinden, waaronder de omrekening in een voor ons bekende maat of recent
gewicht. Dan kunnen we ons tenminste een voorstelling maken over de orde van grootte van
wat in die bron wordt medegedeeld.
Het boek zal, lijkt mij, onder meer als naslagwerk gaan fungeren, hoewel het daarvoor niet
helemaal is toegerust. Een uitgekiende index wordt dan gemist, al zie ik wel in dat het maken
van zo’n index niet simpel zal zijn, gezien de steeds terugkerende zelfde benamingen voor
steeds weer een ander gewicht of een verschillende lengte. Het opzoeken via de inhoudsopgave
zal in de meeste gevallen uitkomst brengen.
Het werk is geen academisch geschiedenisboek in de gebruikelijke zin van het woord. Daarvoor
is onder meer het notenapparaat te onvolkomen. Verder wordt de staatkundige en economische
context uiterst summier geschetst en is er nauwelijks aandacht voor het dynamische karakter
daarvan in samenhang met de ontwikkelingen in de maten en de gewichten. De auteur zal ook
niet de pretentie hebben gehad om een academisch geschiedenisboek over maten en gewichten
te schrijven. Toekomstige gegadigden om dat wel te doen hebben aan dit boek een kostbare
informatiebron.

Datum toegevoegd: